‘Alert fatigue’: zijn we (medicatiebegeleidings)signalen moe?
Met klinische beslisondersteuning wordt een computerfunctionaliteit bedoeld die op basis van verschillende patiëntgegevens een geïndividualiseerd patiëntadvies of waarschuwing geeft. Het is in apotheken en elektronische voorschrijfsystemen een van de meest gebruikte geautomatiseerde methoden van foutpreventie. Helaas is een bijverschijnsel van het toenemend aantal meldingen het risico van ‘alert fatigue’: het ongevoeliger worden van de gebruiker voor gegenereerde signalen. Overprikkeling leidt ook hier kennelijk tot ongevoeligheid. Alert fatigue wordt ook wel aangeduid als het ‘cry wolf syndrome’ of ‘pop-up fatigue’. Alert fatigue is de meest gehoorde klacht over elektronische voorschrijfsystemen: waarschuwingssignalen worden in 49-96% (!) van de gevallen niet opgevolgd. Aangezien de tabellen met medicatiebewakinggegevens van apotheekcomputersystemen gelijk zijn aan die van elektronische voorschrijfsystemen, kan alert fatigue met elektronische voorschrijfsystemen redelijk voorspeld worden uit gegevens zoals die bekend zijn uit apotheken.
In het Primary Children’s Medical Center in Salt Lake City (VS) werd onderzocht hoe alert fatigue voorschrijvers beïnvloedt. Het was al gebleken dat apothekers nauwelijks acht sloegen op de meldingen. Uit een analyse van 700 gerapporteerde bijwerkingen van geneesmiddelen bleek dat in veertien gevallen sprake was van een melding waarop niet was gereageerd. Hierna werd een wat diepere analyse uitgevoerd waarbij onderzoek werd gedaan naar het type melding (interactie, dubbelmedicatie, allergie, laboratoriumwaarde, dosis), de aanleiding van de melding en het resultaat (acceptatie of staken van de medicatieopdracht). Doel was na te gaan om hoeveel meldingen het precies ging, wat het meest voorkomende type, de meest voorkomende aanleiding en de meest voorkomende acties waren, wat de reden voor die actie was en of dat een terechte actie was. Er bleken behoorlijk wat meldingen: 1226 per dag, waarvan de meest voorkomende (57%) dubbelmedicatie was en de minst voorkomende een laboratoriumwaarde. Ook bleek een klein percentage patiënten de meeste meldingen te veroorzaken: 20% veroorzaakte 72% van de meldingen. Bij slechts 1,4% van de waarschuwingen werd de medicatieopdracht gestaakt, dus 98,6% was vals-positief. Helaas is het lastig om het aantal signalen te verminderen. Hiervoor zou je per instelling en misschien zelfs per specialisme de waarschuwingssignalen in moeten stellen. De auteurs doen nog 18 andere voorstellen om alert fatigue te verminderen, waarvan de meeste ofwel voor zich spreken ofwel al in de praktijk worden gebracht in de meeste Nederlandse apotheeksystemen, zoals: “controleer dagelijks uw lijsten met medicatiebewakingsignalen”.
Belangenverstrengeling: geen.
Cash J.J. Alert fatigue, Am J Health Syst Pharm; 66:2098-2101.
Auteurs | P.A.G. de Klaver |
---|---|
Thema | Farmacotherapie |
Publicatie | 31 maart 2010 |
Editie | PiL - Jaargang 14 - editie 2 - Editie 2, 2010 |