Gedurende de afgelopen twee decennia zijn μ-opiaat receptorantagonisten (MORA’s) gebruikt voor de behandeling van verschillende vormen van chronische jeuk. In dubbelblind gecontroleerd onderzoek is een significant anti-pruritisch effect aangetoond bij cholestatische pruritus, chronische urticaria en atopisch eczeem. Bij uremische pruritus werken deze middelen echter niet of nauwelijks. In verschillende enkelvoudige ziektegevallen en kleine groepen patiënten is een anti-pruritisch effect aangetoond voor prurigo nodularis, mycosis fungoïdes, jeuk na brandwonden, door water teweeggebrachte jeuk, door hydroxylethylstijfsel opgewekte jeuk, en jeuk door onbekende oorzaak. Aangezien deze berichtgevingen meestal van anekdotische aard zijn, hebben de auteurs een overzicht samengesteld van al deze onderzoeken om tot een weloverwogen oordeel te kunnen komen over de waarde van deze onderzoeken. Ze hebben zich daarbij gericht op de geneesmiddelen naloxon, naltrexon en nalmefeen. Deze middelen worden momenteel toegepast bij de behandeling van jeuk met verschillende oorzaken.
Het werkingsmechanisme van MORA’s berust op blokkade van pijn en jeuk ter hoogte van de uittredende zenuwen in het dorsale gebied van het ruggenmerg. Naloxon wordt subcutaan en per infuus toegediend; het heeft een halfwaardetijd van 1-2 uur, hetgeen herhaalde toediening gedurende de dag noodzakelijk maakt. Naltrexon wordt oraal toegediend; het heeft een goede biologische beschikbaarheid en een lange halfwaardetijd (tot wel 48 uur). Bovendien heeft het een tweemaal sterker effect op de jeuk dan naloxon. Nalmefeen kan oraal worden toegediend, wordt snel geabsorbeerd en werkt snel. Het heeft bovendien een nog langere halfwaardetijd dan naltrexon. Het middel is echter alleen in de VS op de markt.
Een absolute contra-indicatie voor gebruik van deze middelen vormt leverfalen, aangezien alle genoemde middelen via de lever worden gemetaboliseerd.
De meest voorkomende bijwerkingen van naloxon, naltrexon en nalmefeen zijn: gastro-intestinaal (misselijkheid, overgeven, diarree, dyspepsie, anorexie, buikpijn), cardiovasculair (duizeligheid, hyper- en hypotensie, longoedeem, vasodilatatie, cardiovasculaire instabiliteit, ventriculaire tachycardie, ventrikelfibrilleren), neurologisch/psychiatrisch (moeheid, hoofdpijn, licht gevoel in het hoofd, angst, nachtmerries, hallucinaties, depressie, depersonalisatie, verstoorde lichaamsperceptie, paresthesieën, tremor, koorts, rillingen), spierskeletsyteem (myalgie, arthralgie), allergisch (urticaria, rhinitis, angioedeem, dyspnoe), opiaat-achtige onttrekkingsverschijnselen (licht gevoel in het hoofd, verstoorde lichaamsperceptie, depersonalisatie, angst, paresthesieën, hallucinaties).
Het overzicht brengt aan het licht dat naloxon, naltrexon en nalmefeen een bewezen werkzaamheid hebben bij chronische jeuk die optreedt bij cholestatische pruritus, chronische urticaria en atopisch eczeem. Voor de andere genoemde indicaties worden klinische onderzoeken uitgevoerd. Gezien het grote aantal bijwerkingen dat door gebruik van deze middelen kan optreden, wordt behandeling van chronische jeuk met deze MORA’s bij de geïndiceerde indicaties slechts als behandeling van tweede keuze aanbevolen. Belangenverstrengeling: niet vermeld.
Phan NQ, Bernhard JD, Luger TA, Ständer S. Antipruritic treatment with systemic μ-opioid receptor antagonists; a review. J Am Acad Dermatol 2010:63;680-688.
Naloxon is in Nederland op de markt als zodanig
Naltrexon is in Nederland op de markt als zodanig
Nalmefeen is in Nederland niet op de markt
Auteurs | Dr. P.L.B. Bruijnzeel |
---|---|
Thema | Farmacotherapie |
Publicatie | 18 maart 2011 |
Editie | PiL - Jaargang 15 - editie 2 - Editie 2, 2011 |