Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

Calciumantagonisten en geheugen bij oudere patiënten met hypertensie

Door op 18-03-2011

Van alle gevallen van dementie is 50-60% het gevolg van de ziekte van Alzheimer, 30% heeft een vasculaire oorzaak en 10-20% is een mengvorm. Zo is hypertensie één van de belangrijkste risicofactoren voor het ontstaan van cerebrovasculaire aandoeningen. Voorts is bekend dat hypertensie samengaat met een verhoogd risico op cognitieve achteruitgang en dementie. Hypertensie is bovendien een risicofactor voor het ontstaan van lesies in de witte stof van de hersenen, die ook verband houden met verminderde cognitieve functie bij patiënten met hypertensie van verschillende leeftijd. In een aantal onderzoeken is aangetoond dat behandeling met antihypertensiva de incidentie van dementie bij ouderen kan verlagen. Aan de andere kant kon een preventief effect van een dergelijke behandeling op cognitieve functievermindering niet worden aangetoond.
Watfa en medewerkers hebben de cognitieve functies bij oudere hypertensiepatiënten in relatie tot de verschillende antihypertensiva in kaart gebracht. Het betrof een cross-sectioneel onderzoek waaraan 378 patiënten van 60-85 jaar deelnamen. De inclusiecriteria waren subjectieve geheugenklachten en hypertensie, behandeld met één of meer antihypertensiva gedurende gemiddeld 10 (5-17) jaar. De geheugenfuncties werden getest met onder andere de MMSE (Mini-Mental State Examination). Op basis van deze en andere testen werd een samengestelde geheugenscore berekend. De bloeddruk en de verschillende gebruikte antihypertensiva werden geregistreerd. Tevens werd uitgebreid laboratoriumonderzoek verricht en vaatonderzoek gedaan.
Diuretica waren de meest voorgeschreven antihypertensiva (48%). Calciumantagonisten (34%), bètablokkers (33%), AT1-antagonisten (39%) en ACE-remmers (27%) werden eveneens frequent geregistreerd. Bij 39% was één middel voldoende; bij 38% waren twee geneesmiddelen nodig en bij 23% zelfs drie of meer. Na correctie voor leeftijd en geslacht was de geheugenscore bij gebruik van calciumantagonisten +0,139 ± 0,09; bij de patiënten die geen calciumantagonisten slikten -0,117 ± 0,06. Dit verschil was statistisch significant (p=0,016). Voor andere psychologische testen werden geen opvallende verschillen vastgesteld. Ook was er geen relatie tussen geheugenfunctie en de andere hypertensiva. Er werden ook geen onderlinge verschillen gevonden tussen de verschillende calciumantagonisten.
De auteurs concluderen dat bij oudere hypertensiepatiënten met subjectieve geheugenstoornissen behandeling met calciumantagonisten mogelijk gepaard kan gaan met een betere cognitieve functie.

Opmerking referent: terecht stellen de auteurs dat met een dergelijk observationeel design geen causale relatie aangetoond kan worden. De opzet van dit onderzoek is dus slechts hypothesevormend. Met een langlopend vervolgonderzoek kan wellicht meer duidelijkheid met enige bewijskracht verkregen worden. Een interventieonderzoek, bijvoorbeeld een RCT, heeft echter praktische beperkingen.

Belangenverstrengeling: het onderzoek werd gefinancierd door een aantal Franse wetenschappelijke organisaties op het gebied van hypertensie en cardiologie en de Bayer Research Foundation.

Watfa G, Rossignol P, Kearney-Schwartz A, Fay R, Bracard S, Felblinger J, Boivin JM, Lacolley P, Zannad F, Benetos A. Use of calcium channel blockers is associated with better cognitive performance in older hypertensive patients with subjective memory complaints. J Hypertens 2010;28:2485-93.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Knuistingh Neven, A.
Thema Farmacotherapie
Publicatie 18 maart 2011
Editie PiL - Jaargang 15 - editie 2 - Editie 2, 2011