Chinolonen zijn een van de meest gebruikte groepen antimicrobiële middelen wereldwijd. Het zijn prettige middelen met een beperkt bijwerkingenspectrum, die goed oraal gegeven kunnen worden. De nieuwere chinolonen hebben een steeds breder werkingsspectrum, waardoor het indicatiegebied is uitgebreid. Een groot nadeel is echter het snelle ontstaan van resistentie tegen het chinolon tijdens het gebruik. Vaak treedt kruisresistentie tegen andere antibiotica dan chinolonen op. Er wordt dus multiresistentie geïnduceerd. Vanuit de microbiologie wordt al geruime tijd gepleit voor een intelligent en uitgebalanceerd gebruik van chinolonen, zodat het nog lang mogelijk blijft deze antimicrobiële middelen in te zetten voor indicaties waarbij ze echt nodig zijn. Van de groep chinolonen zijn in Nederland pipemidinezuur, norfloxacine, ciprofloxacine, ofloxacine, levofloxacine en moxifloxacine geregistreerd. In dit artikel worden deze middelen met hun indicaties besproken. Tevens wordt ingegaan op de resistentieontwikkeling, de daaruit voortkomende problemen en mogelijkheden om het gebruik te beperken.
Auteurs | K. Waar |
---|---|
Thema | Werkingsmechanismen |
Publicatie | 28 december 2012 |
Editie | PiL - Jaargang 16 - editie 4 - Editie 4, 2012 |