Chronische lymfatische leukemie (CLL) is de meest voorkomende vorm van leukemie in de westerse wereld. Bij ongeveer 50% van de patiënten met CLL is er sprake van genmutaties in de maligne B-cellen. De vooruitzichten bij CLL zijn afhankelijk van de snelheid waarmee de lymfocyten zich verdubbelen, de mutatiestatus, de chromosoomafwijkingen en van het stadium waarin de ziekte zich bevindt. De behandeling van CLL wordt pas gestart als ziektegerelateerde klachten en/of symptomen optreden of bij een snelle progressie van de ziekte. De meest effectieve behandeling op dit moment is een combinatie van fludarabine, cyclofosfamide en rituximab. De gemiddelde progressievrije overleving bedraagt meer dan vijf jaar. Bij een recidief kan dezelfde behandeling in principe herhaal worden. Patiënten met een refractaire ziekte en hoogrisicopatiënten hebben echter een inferieure prognose en herhaling van de voorgaande behandeling is niet zinvol. Allogene stamceltransplantatie is de enige behandeling die hierbij kan zorgen voor een langdurige ziektecontrole of zelfs genezing. Verschillende ontwikkelingen worden verwacht op het gebied van de behandelmogelijkheden. Nieuwe prognostische testen kunnen voorspellen welke patiënten tekenen van progressie gaan ontwikkelen. Ook de therapeutische mogelijkheden zullen sterk uitbreiden.
Auteurs |
Kater, A.P.
Oers, M.H. van |
---|---|
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 16 september 2015 |
Editie | PiL - Jaargang 19 - editie 3 - Editie 3, 2015 |
Na het lezen van dit artikel: