De prevalentie van gastro-oesofageale refluxziekte neemt toe met de leeftijd. Oudere patiënten hebben vaker baat bij agressievere therapie, waarbij overigens rekening gehouden moet worden met comorbiditeit en polyfarmacie. Ook bij ouderen met gastro-oesofageale refluxziekte zijn protonpompremmers geïndiceerd, naast aanpassingen van de leefstijl, antacida en H2-receptorantagonisten. Vooral protonpompremmers bestrijden de symptomen, voorkomen complicaties en verbeteren de kwaliteit van leven. Ernstige bijwerkingen zijn zeldzaam bij de oudere patiënt, maar geneesmiddelinteracties liggen op de loer. Daarbij zijn ouderen meer kwetsbaar voor fracturen, pneumonie en ziekenhuisinfecties door Clostridium difficile tijdens de chronische behandeling met protonpompremmers.
Omdat in de huisartsenpraktijk sterke zuurremmers steeds vaker worden voorgeschreven, krijgen gastro-enterologen nu vaak patiënten waarbij de sterke zuurremmers niet of niet meer voldoende werken. Na een uitgebreide inleiding over mechanisme en diagnose wordt in deze publicatie ingegaan op de resterende therapeutische mogelijkheden. De gebruikelijke farmacotherapie bij gastro-oesofageale reflux is tweemaal daags een protonpompremmer. Vaker is niet zinvol. Hoewel onderzoek heeft aangetoond dat combinatie met een H2-receptorantagonist gedurende de nacht toegevoegde waarde kan hebben, wordt deze combinatie in verband met tolerantie als standaardtherapie niet aanbevolen.
Verschillende geneesmiddelgroepen worden voorgesteld om naast therapie met een protonpompremmer overblijvende symptomen van gastro-oesofageale refluxziekte te behandelen. Beschikbare middelen die men kan toevoegen aan de behandeling zijn stoffen die galzouten binden of die de peristaltiek van het maag-darmkanaal bevorderen (metoclopramide), baclofen, maagwandbeschermende middelen (sucralfaat) en centraal werkende pijnmodulatoren zoals tricyclische antidepressiva. Voor geen van de genoemde geneesmiddelen is er overtuigend bewijs dat werkzaamheid vaststaat en zich redelijk verhoudt tot de bijwerkingen. Daarnaast zijn verschillende nieuwe middelen in ontwikkeling om de maagzuurremming te vergroten. Nieuwe GABA B-receptorantagonisten worden ontwikkeld die de gunstige maagzuurremmende werking van baclofen hebben, zonder centrale bijwerkingen als duizeligheid, misselijkheid, braken en slapeloosheid. Zogenaamde metabotropische glutamaatreceptor-5 (MGluR5)-modulatoren kunnen mogelijk een vermindering in aantal en duur van symptomatische refluxepisoden bij patiënten met gastro-oesofageale refluxziekte teweegbrengen.
Belangenverstrengeling: enkele auteurs ontvingen sponsorgeld van de farmaceutische industrie.
Dellon ES, Shaheen NJ. Persistent reflux symptoms in the proton pump inhibitor era: the changing face of gastroesophageal reflux disease. Gastroenterology 2010;139:7-13.
Poh Ch, Navarro-Rodriguez T, Fass R. Treatment of gastroesophageal reflux disease in the elderly. Am J Med 2010;123:496-501.
Auteurs | Dr. B.E. Smink |
---|---|
Thema | Farmacotherapie |
Publicatie | 30 juni 2011 |
Editie | PiL - Jaargang 15 - editie 5 - Editie 5, 2011 |