Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

De invloed van SSRI-gebruik door de depressieve moeder op de neonaat

Door op 01-02-2007

Prenatale blootstelling aan selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s) geeft een verhoogd risico op een laag geboortegewicht en ademhalingsproblemen bij de neonaat. Om te beoordelen wat de invloed was van een behandeling van depressie met SSRI’s tijdens de zwangerschap in vergelijking met een onbehandelde depressie, zijn door onderzoekers in British Columbia vijf verschillende databases gekoppeld om inzicht te krijgen in de gezondheidstoestand van de moeder, de voorgeschreven medicatie en de medische status van de neonaat (n totaal = 119.547). De studiepopulatie is onderverdeeld in drie complementaire en homogene groepen: neonaten van depressieve moeders die gedurende minimaal 49 dagen SSRI’s gebruikten maar geen andere medicatie (de SSRI-groep), neonaten van depressieve moeders zonder medicatie (de onbehandelde groep) en de controlegroep, bestaande uit neonaten van moeders die tijdens hun zwangerschap noch depressief zijn geweest, noch medicatie hebben ontvangen. De gemeten uitkomsten waren geboortegewicht van de neonaat, percentage neonaten dat voor week 37 werd geboren, het percentage dat meer dan drie dagen in het ziekenhuis verbleef en de incidentie van symptomen bij de neonaat als ademhalingsproblemen, geelzucht, convulsies of voedingsproblemen. De uitkomsten van de SSRI-groep werden vergeleken met de onbehandelde groep. Hierbij werd een correctie gemaakt voor mogelijke verschillen in eigenschappen van de moeders uit beide groepen (bijvoorbeeld ernst van de depressie), die aanleiding kunnen zijn geweest voor het gebruik van SSRI’s. Bij 14% van de moeders is tijdens de zwangerschap de diagnose depressie gesteld. De incidentie van prenatale blootstelling aan SSRI’s nam toe van 2,3 tot 5,0% tijdens de duur van het onderzoek (januari 1998 – maart 2001). In de SSRI-groep was, ten opzichte van de onbehandelde groep het geboortegewicht 32 gram lager (95% betrouwbaarheidsinterval (BI) -1 g tot -64 g), was de zwangerschapsduur 0,35 weken korter (95% BI -0,25 w tot -0,45 w) en was het percentage kinderen geboren voor week 37 groter. De SSRI-groep vertoonde in vergelijking met de onbehandelde groep een verhoogd percentage neonaten met ademhalingproblemen (13,0% versus 7,8%), geelzucht (9,4% versus 7,5%) en voedingsproblemen (3,9% versus 2,4%). De auteurs benadrukken dat het onderzoek is uitgevoerd om te proberen onderscheid te maken tussen de effecten van depressie op de neonaat enerzijds en de effecten van SSRI-gebruik en depressie op de neonaat anderzijds. Het onderzoek is niet bedoeld om de vraag te beantwoorden of SSRI-gebruik tijdens zwangerschap veilig is. Meer onderzoek is nodig om de onderzoeksresultaten nader te specificeren en de klinische betekenis van de onderzoeksresultaten op lange termijn te beoordelen.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Thema Bijwerkingen
Publicatie 1 februari 2007
Editie PiL - Jaargang 11 - editie 2 - Editie 2, 2007