Exenatide is een GLP-1 (‘glucagon-like peptide-1’) receptoragonist. Het bevordert de glucoseafhankelijke insulinesecretie, onderdrukt de glucagonsecretie en vertraagt de maaglediging. Toepassing van deze stof leidt tot gewichtsverlies bij patiënten met diabetes mellitus type 2 (DM2). Een toegenomen verzadigingsgevoel leidt tot verminderde eetlust. Apovian et al. beschrijven het effect van de toevoeging van exenatide aan een intensief leefstijlprogramma. De onderzoekspopulatie omvatte patiënten met DM2 en een duidelijk overgewicht die reeds waren ingesteld op metformine en/of een sulfonylureumderivaat.
Het betrof een multicenter, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek. De interventie was 5 mcg exenatide tweemaal daags per injectie in de eerste vier weken van het onderzoek, gevolgd door 10 mcg tweemaal daags. De controlegroep kreeg placebo, eveneens per injectie. Beide groepen kregen een intensief leefstijlprogramma aangeboden, waarbij een persoonlijk dieet- en activiteitenadvies werd gegeven. Het primaire eindpunt was gewichtsverandering na 24 weken. Secundaire eindpunten waren onder andere door de patiënten zelf gemeten bloedglucoseconcentraties, de bloeddrukwaarden, lipidenconcentraties en middelomvang. Er waren 96 patiënten in de interventiegroep en 98 in de controlegroep. De kenmerken van beide groepen waren bij aanvang van het onderzoek gelijk. Uiteindelijk konden de gegevens van 70 personen in de interventiegroep en 72 in de controlegroep worden geanalyseerd.
In beide groepen werd gewichtsvermindering bereikt. In de exenatidegroep was de gewichtsvermindering na 24 weken 6,2 kg. In de placebogroep was dit 4,0 kg (P<0,003). De systolische bloeddruk daalde 9,4 mm Hg in de interventiegroep en 1,4 mm Hg in de controlegroep (P<0,001). Het verschil in de daling van de diastolische bloeddruk was minder groot, maar wel statistisch significant (2,2 mm Hg versus 0,5 mm Hg; P=0,04).
In een subgroepanalyse was in de met metformine behandelde groep patiënten de daling van het HbA1c 0,57% meer dan in de placebogroep (P=0,0002). Opvallend was dat het HbA1c in de subgroep behandeld met een sulfonylureumderivaat geen significant effect van exenatide te zien gaf (exenatide versus placebo -0,17%; P=0,52). In de subgroep die werd behandeld met metformine en een sulfonylureumderivaat was de HbA1c-daling 0,53% groter dan in de placebogroep (P=0,02).
Bijwerkingen werden in de exenatidegroep frequenter gemeld dan in de placebogroep, namelijk misselijkheid bij 45% en braken bij 23% van de patiënten in de exenatidegroep en bij 19% resp. 9% van de patiënten in de placebogroep. Hypoglykemieën kwamen in beide groepen voor: in de interventiegroep 7,1 per ‘patiëntjaar’ tegen 4,6 per ‘patiëntjaar’ in de controlegroep (P=0,127; n.s.).
De onderzoekers concludeerden dat toevoeging van exenatide aan leefstijlprogramma’s effectief is wat betreft gewichtsdaling bij deze specifieke groep. Ook de bloeddruk daalde. In de subgroep die alleen met metformine werd behandeld, was het effect op de HbA1c-concentratie het grootst.
Opmerking redactie: in dit onderzoek moest bij de proefpersonen tweemaal daags een injectie worden toegediend, hetgeen een extra belasting is. Het hoge percentage patiënten in de exenatidegroep met misselijkheid en braken geeft zorgen. De auteurs geven aan dat dit onderzoek onvoldoende bewijskracht had voor de conclusies uit de subgroepanalyses. Die moeten als ‘hypothesegenererend’ worden beschouwd. Daarnaast stellen zij de betrouwbaarheid van de door de patiënten zelf geleverde informatie ter discussie.
Belangenverstrengeling: het onderzoek werd gesponsord door Eli Lilly. Twee auteurs ontvingen bijdragen voor activiteiten ten dienste van Eli Lilly. Vier auteurs waren bij Eli Lilly in dienst.
Apovian CM, Bergenstal RM, Cuddihy RM, Qu Y, Lenox S, Lewis MS, Glass LC. Effects of exenatide combined with lifestyle modification in patients with type 2 diabetes. Am J Med 2010;123(5):468.e9-17.
Exenatide is in Nederland op de markt als Byetta®
Auteurs | Knuistingh Neven, A. |
---|---|
Thema | Farmacotherapie |
Publicatie | 27 oktober 2010 |
Editie | PiL - Jaargang 14 - editie 8 - Editie 8, 2010 |