Gebruik van orale bisfosfonaten en het risico op oesofaguskanker

Het orale gebruik van bisfosfonaten is de laatste jaren wereldwijd sterk toegenomen. Eén van de bekende bijwerkingen van orale bisfosfonaten is oesofagitis. De Amerikaanse FDA meldde recentelijk meerdere gevallen van oesofaguskanker bij gebruikers van orale bisfosfonaten. Doel van het onderzoek van Cardwell et al. was dan ook om een mogelijk verband tussen oesophaguskanker en het gebruik van bisfosfonaten op te sporen. Zij gingen het aantal gevallen na van oesofaguskanker en maagkanker, ontleend aan het huisartsengegevensbestand in het Verenigd Koninkrijk, tussen januari 1996 en december 2006 bij personen die behandeld waren met orale bisfosfonaten. Vervolgens vergeleken zij dit aantal met dat van een controlegroep die geen bisfosfonaten had gebruikt. De belangrijkste uitkomstmaat was de ‘hazard ratio’ voor het risico om oesofaguskanker of maagkanker te krijgen bij gebruik van bisfosfonaat ten opzichte van die bij niet-gebruikers. De gemiddelde tijd dat de patiënten werden gevolgd was 4,5 jaar; in de controlegroep was dit 4,4 jaar. Patiënten met een vervolgperiode van zes maanden of minder en oncologische patiënten werden uitgesloten.
Uiteindelijk werden 41.826 voornamelijk vrouwelijke bisfosfonaatgebruikers en controles in het onderzoek betrokken. In de bisfosfonaatgroep werden gedurende de observatieperiode 79 gevallen van oesofaguskanker en 37 gevallen van maagkanker gescoord; de controlegroep kende respectievelijk 72 oesofagus- en 43 maagkankerpatiënten. Deze getallen behoeven verder geen nadere explicatie in termen van een hazard ratio. De kans op oesofagus- of maagkanker gedurende een behandeling met orale bisfosfonaten gedurende een periode van gemiddeld 4,5 jaar is niet verhoogd ten opzichte van die bij niet-gebruikers.

Belangenverstrengeling: geen.

Cardwell CR, Abnet CC, Cantwell MM, Murray LJ. Exposure to oral bisphosphonates and risk of esophageal cancer. JAMA 2010;304:657-63.