Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

Geneesmiddelgebruik, ondervoeding en deficiënties bij ouderen

  • 00Inleiding
  • 01Classificatie voeding-geneesmiddelinteracties (VGI's)
  • 02Overgewicht, ondervoeding en deficiënties bij ouderen
  • 03Conclusie
  • 04Reacties (0)

Samenvatting

Over het effect van geneesmiddelgebruik op de voedingsstatus bij ouderen is relatief weinig bekend. Ondanks de hoge prevalentie van ondervoeding en deficiënties in deze kwetsbare leeftijdsgroep, worden de klinische gevolgen van voedingstekorten bij oudere patiënten vaak niet opgemerkt, of gezien als symptomen van ouderdom of comorbiditeit. Daarnaast is in geneesmiddelonderzoek evaluatie van voeding-geneesmiddelinteracties (VGI's) niet verplicht. Vijf verschillende klassen van VGI's worden besproken: het effect van nutriënten, voeding of voedingstoestand op geneesmiddelwerking en het effect van geneesmiddelgebruik op voedingstoestand of deficiënties, met de focus op vitamine D, foliumzuur, magnesium en vitamine B12. Deze systematische benadering van VGI's is een tool voor uitbreiding van dit kennisgebied in onderzoek en implementatie van deze materie in de praktijk.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Orten-Luiten, A.C.B. van
Janse, A.
Witkamp, R.F.
Thema Nascholingsartikel
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 18 juni 2016
Editie PiL - Jaargang 20 - editie 2 - Editie 2, 2016

Leerdoelen

Na het bestuderen van dit artikel:

  • bent u ervan op de hoogte dat polyfarmacie en het chronisch gebruik van bepaalde geneesmiddelen geassocieerd zijn met het risico op ondervoeding of deficiënties bij ouderen;
  • weet u dat de effecten van geneesmiddelgebruik op de voedingstoestand van ouderen onderbelicht worden in geneesmiddelonderzoek en kunt u daarvoor redenen noemen;
  • kunt u een definitie van voeding-geneesmiddelinteracties geven en deze interacties in categorieën indelen;
  • kunt u een indicatie geven van de frequentie van voorkomen van ondervoeding bij ouderen en minimaal drie klinische gevolgen noemen;
  • weet u dat de inname van vitamine D, magnesium, foliumzuur en vitamine B12 bij de gemiddelde thuiswonende 70-plusser vaak onvoldoende is en kent u de belangrijkste klinische gevolgen van deficiëntie van deze micronutriënten;
  • weet u dat de associatie tussen polyfarmacie en ondervoeding weliswaar ook veroorzaakt kan zijn door de onderliggende ziekte(s) (‘confouding by disease’), maar dat polyfarmacie in ieder geval een belangrijk signaal moet zijn om naar de voedingstoestand te kijken;
  • kunt u minimaal twee klinisch relevante voorbeelden geven van effecten van specifieke geneesmiddelen op de vitamine D-, magnesium-, foliumzuur- en vitamine B12-status.