Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

Herkenning en hantering van geneesmiddelinteracties bij HIV-patiënten

Door op 18-03-2011

Antiretrovirale combinatietherapie (cART) heeft de overleving van HIV-geïnfecteerden sterk verbeterd. cART bestaat vaak uit een combinatie van een proteaseremmer, een niet-nucleoside reverse transcriptaseremmer en twee nucleoside reverse transcriptaseremmers. Daarnaast gebruiken veel HIV-patiënten medicatie voor de behandeling van de bijwerkingen van cART, comorbiditeit en AIDS-gerelateerde ziektebeelden. De combinatie van al deze geneesmiddelen leidt regelmatig tot klinisch relevante geneesmiddelinteracties. In dit artikel komen de problemen aan de orde die een rol spelen bij de herkenning en hantering van deze interacties in de dagelijkse praktijk en geeft men aanbevelingen voor optimale medicatieveiligheid.
Mechanismen bij geneesmiddelinteracties zijn niet altijd even duidelijk. Veel interacties houden verband met cytochroom P450, maar ook andere, tot dusver minder goed opgehelderde mechanismen kunnen hierbij een rol spelen. In de praktijk zijn interacties vaak moeilijk te voorspellen en te hanteren. Hulpmiddelen voor behandelaars zijn de productinformatie van geneesmiddelen, gegevensbestanden op internet en waarschuwingssignalen in computersystemen. Een algemeen probleem bij de beschikbare informatie is dat resultaten uit farmacokinetisch onderzoek niet zonder meer te extrapoleren zijn naar HIV-patiënten. Dit type onderzoek wordt namelijk om ethische redenen meestal bij gezonde proefpersonen verricht. De productinformatie bij de geneesmiddelen biedt over het algemeen duidelijke richtlijnen voor het gecombineerde gebruik van geneesmiddelen. Soms zijn de richtlijnen echter verwarrend en niet makkelijk toe te passen in de praktijk. Het komt ook voor dat de interactie tussen twee geneesmiddelen wel genoemd staat bij het ene geneesmiddel, maar (nog) niet bij het andere. De informatie in de gegevensbestanden op het internet is samengesteld vanuit de productinformatie, resultaten uit farmacokinetisch onderzoek en casussen. De informatie is meestal gratis te raadplegen en wordt regelmatig aangevuld. Een bezwaar van de gegevensbestanden is dat ze slechts aanbevelingen geven voor de combinatie van twee geneesmiddelen. In de praktijk gebruiken de meeste HIV-patiënten vaak meer dan vier middelen die mogelijk interacties kunnen veroorzaken. Waarschuwingssignalen in computersystemen van voorschrijvers en apothekers brengen het probleem met zich mee dat ze wegens de hoge frequentie ervan in de praktijk nogal eens genegeerd worden.
De belangrijkste aanbevelingen die de auteurs doen zijn uitvoering van een herziening van de medicatie door voorschrijvers en apothekers bij het toevoegen van een nieuw geneesmiddel, de patiënt zelf een recent medicatieoverzicht bij zich laten dragen (inclusief vrij verkrijgbare medicatie) en het advies dat zijdelings bij de behandeling betrokkenen alleen nieuwe medicatie voor moeten schrijven na overleg met de hoofdbehandelaar. Ondanks de beperkingen adviseren de auteurs behandelaars altijd de beschikbare hulpmiddelen te gebruiken. Daarnaast moet de patiënt streng gecontroleerd worden. Ten slotte luidt het advies om onverwachte interacties te melden aan de daartoe ingerichte instantie en de fabrikant.

Opmerking referent: ondanks een aantal specifieke problemen die een rol spelen bij HIV-patiënten, is optimale medicatieveiligheid in principe op dezelfde manier te bereiken als bij overige patiënten.

Belangenverstrengeling: geen.

Pau AK, Boyd SD. Recognition and management of significant drug interactions in HIV patients: challenges in using available data to guide therapy. Clin Pharmacol Ther 2010;88:712-8.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Z. Damen-van Beek
Thema Farmacologie
Publicatie 18 maart 2011
Editie PiL - Jaargang 15 - editie 2 - Editie 2, 2011