Sinds de volgorde van de cascade van reacties bij hypertensie in kaart is gebracht (zie farmacotherapeutisch kompas 2002, schema 1 op pagina 318: het renineangiotensine- aldosteronsysteem, RAAS) is men in staat gebleken stoffen te ontwikkelen die ergens in die cascade aangrijpen en zo het hypertensieve proces stoppen. De grote boosdoener in dit proces is angiotensine II. Deze stof heeft vasoconstrictieve eigenschappen, stimuleert het vrijkomen van aldosteron uit de bijnierschors alsmede de afgifte van sympathische catecholaminen in de periferie. Dit resulteert in bloeddrukstijging, natrium- en waterretentie en uitscheiding van kalium.
Thema | Farmacotherapie |
---|---|
Publicatie | 1 februari 2003 |
Editie | PiL - Jaargang 7 - editie 2 - Editie 2, 2003 |