Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

Kinderen en hun levenskwaliteit na een verblijf op de intensivecareafdeling

Door op 01-01-2008

Verzorging van kinderen op een intensivecareafdeling is tamelijk nieuw en heeft de laatste 20 jaren enorme vooruitgang geboekt. De mortaliteit daalde van 20% in 1980 naar 5,3% in 1988. In tegenstelling tot volwassenen genieten veel kinderen na hun ontslag nog van een leven met hoge kwaliteit. Hierover bestaan echter weinig wetenschappelijke gegevens. Het doel van dit onderzoek was om tot een schatting te komen van de gezondheidsontwikkeling op de lange termijn en om na te gaan of en wanneer er mogelijk een kentering gevolgd door overlijden optreedt. Het onderzoek werd verricht op een pediatrische en neonatale intensivecareafdeling met 12 bedden van het universitaire ziekenhuis in Bern, Zwitserland. Hier verpleegt men kinderen vanaf de geboorte tot aan de leeftijd van 16 jaar voor een gebied met ongeveer 1,5 miljoen inwoners. Vier fulltime pediatrische intensivisten en hun team leveren 24 uur continue verzorging. Het onderzoek was goedgekeurd door de ethische commissie en de ouders waren degelijk geïnformeerd. Het resultaat van een verblijf op de intensivecareafdeling wordt doorgaans beoordeeld aan de hand van sterftecijfers. Op dit punt werd grote vooruitgang geboekt, maar daarna beschikt men over weinig gegevens. Er werden 661 patiënten in het onderzoek opgenomen (41% meisjes en 59% jongetjes); prematuren werden uitgesloten. Tijdens de behandeling overleed 3,9% van de patiëntjes. De oorzaak van het overlijden was bij een derde van de gevallen een chronische ziekte,bij een derde acute problemen (infecties, enzovoorts) en bij een derde falen van ondersteunende vitale functies. Er was nota genomen van de conditie en gezondheid van het kind vóór opname en of er mogelijk een verband bestond met de aanleiding tot opname; vaak lijden deze patiënten al voor de opname aan een chronische ziekte. De opvolging na opname gebeurde op korte en op lange termijn door telefonische ondervraging van de ouders na 12 en 24 maanden na ontslag. Men gebruikte hiervoor tweemaal dezelfde parameters. Men hanteerde een gestandaardiseerde vragenlijst en de beoordeling van de kwaliteit van leven omvatte, volgens protocol, vragen betreffende: mobiliteit, fysieke activiteit, zelfredzaamheid, sociaal-emotionele reacties en gezondheidstoestand. Men ging eveneens na of er een wijziging in de toestand was voor en na opname,zoals een nieuwe chronische aandoening. Twaalf maanden na het ontslag slaagde men er in om via hun familie met 574 van de kinderen in contact te komen, na 24 maanden met nog 464 van de kinderen. Eenentwintig kinderen (3,2%) overleden binnen de 24 maanden na hun ontslag, van wie 19 binnen de eerste 12 maanden. Het resultaat na twee jaar was in 77% van de gevallen goed, middelmatig in 15% en slecht bij 8% van de ontslagenen. Patiënten met ademhalingsproblemen kwamen er het beste uit evenals de gevallen met neurologische en medische oorzaken van opname. Patiënten met postoperatieve problemen en cardiovasculaire schade hadden een minder goede kwaliteit van leven. Eenendertig procent van de kinderen had reeds van tevoren gezondheidsproblemen en 21% liep nieuwe chronische aandoeningen op na hun verblijf op de intensivecareafdeling. Bijna de helft van de overleden kinderen had reeds bij opname een hoge kans om te overlijden. Twintig procent van de ontslagen kinderen heeft behoefte aan fysiotherapie, revalidatie, bijzonder onderwijs en verwante vormen van steun en 16% heeft blijvend medicatie nodig.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Thema Diversen
Publicatie 1 januari 2008
Editie PiL - Jaargang 12 - editie 1 - Editie 1, 2008