Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

Kleinste kans op gastro-intestinale bijwerkingen: celecoxib of een combinatie van diclofenac met omeprazol?

Door op 17-12-2010

Volgens de uitkomsten van het zes maanden durende dubbelblinde gerandomiseerde onderzoek “CONDOR” bij 4484 patiënten met artrose of reumatoïde artritis is de kans op gastro-intestinale bijwerkingen kleiner bij behandeling met een COX-2 remmer (celecoxib) dan bij behandeling met een prostaglandinesynthetaseremmer (diclofenac) gecombineerd met een protonpompremmer (omeprazol). De onderzoekspopulatie van patiënten met artrose of reumatoïde artritis uit 196 internationale centra werd willekeurig over twee groepen verdeeld en kwam na één, twee, drie en zes maanden na aanvang van de behandeling voor controle naar de kliniek. De behandeling bestond uit celecoxib 2dd 200 mg of diclofenac met vertraagde afgifte 2dd 75 mg in combinatie met omeprazol 1dd 20 mg. Bij elk bezoek werden de patiënten beoordeeld op therapietrouw, comedicatie, gezondheid, hemoglobinegehalte en biochemische parameters. Het risico op gastro-intestinale bijwerkingen werd vastgesteld aan de hand van bloedingen in de dunne of dikke darm, obstructie van de maaguitgang, perforatie van het maagdarmkanaal of anemie als gevolg van maagdarmbloedingen. Het aantal klinisch relevante gastro-intestinale bijwerkingen was in de groep met diclofenac en omeprazol vier keer groter dan in de groep met celecoxib.
In dit onderzoek vergeleek men rechtstreeks twee behandelmethoden die beide minder kans op gastro-intestinale bijwerkingen zouden geven dan behandeling met een ‘gewone’ prostaglandinesynthetaseremmer. De onderzoekers beoordeelden een breed scala symptomen. Naar verwachting hebben de resultaten van dit onderzoek implicaties voor de praktijk, aangezien bijvoorbeeld daling van hemoglobine in verband werd gebracht met het gebruik van een prostaglandinesynthetaseremmer, terwijl de patiënt daarover geen ziektesymptomen kenbaar maakte. De bevindingen van dit onderzoek zijn niet zonder meer te extrapoleren naar personen die wegens cardiovasculaire aandoeningen acetylsalicylzuur gebruiken, aangezien dit een exclusiecriterium was. Daarom kan bij hen op grond van de resultaten van dit onderzoek geen uitspraak worden gedaan over verschil in cardiovasculaire effecten tussen beide behandelmethoden. Vervolgonderzoek zal meer inzicht moeten opleveren in de cardiovasculaire effecten van beide behandelmethoden. De auteurs concluderen desondanks dat de resultaten van hun onderzoek aanpassing van de richtlijnen voor de behandeling van artritis rechtvaardigen.

Belangenverstrengeling: geen.

Chan FKL, Lanas A, Scheiman J, Berger MF, Nuyen H, Goldstein JL. Celecoxib versus omeprazole and diclofenac in patients with osteoarthritis and rheumatoid arthritis (CONDOR): a randomised trial. Lancet 2010;376:173-9.
Rahme E, Bernatsky S. NSAIDs and risk of lower gastrointestinal bleeding. Lancet 2010;376:146-8.

Celecoxib is in Nederland op de markt als Celebrex®
Omeprazol is in Nederland op de markt als zodanig en als Buscozol®, Losec® en Losecosan®
Diclofenac is in Nederland op de markt als zodanig en als Cataflam®, in Arthrotec® (gecombineerd) en in Voltaren®

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Dr. B.E. Smink
Thema Farmacotherapie
Publicatie 17 december 2010
Editie PiL - Jaargang 14 - editie 10 - Editie 10, 2010