In korte tijd zijn er veel nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de potentiële behandeling van COVID-19. Hoewel er in slechts twee geregistreerde geneesmiddelen beschikbaar zijn (dexamethason en remdesivir) is een groot aantal middelen in onderzoek en/of in de registratiefase. Geneesmiddelen bij COVID-19 kunnen grofweg worden ingedeeld in vier groepen: virusremmers, virusentreeblokkers, antilichamen en immunomodulatoren. De inzet van de middelen is afhankelijk van het stadium en de ernst van COVID-19. De virusremmer remdesivir heeft alleen een (beperkte) plaats bij matig ernstig zieke COVID-19-patiënten. De immunomodulatoren dexamethason en tocilizumab worden toegepast bij zowel matig ernstig als ernstig zieke COVID-19-patiënten met longgerelateerde problemen. Monoklonale antilichamen of convalescent plasma met antistoffen tegen COVID-19 kunnen via een speciale noodprocedure ingezet worden bij patiënten met een verhoogd risico op een ernstig beloop. Het gebruik van deze middelen kent echter enkele praktische bezwaren. Naar verwachting zal de kennis over de optimale farmacotherapie bij COVID-19, ook in de eerste lijn, snel toenemen.
Auteurs |
Dankers, M.
Nelissen-Vrancken, H.J.M.G. Lambooij, A.C. |
---|---|
Thema | Farmacotherapie |
Publicatie | 20 september 2021 |
Editie | PiL - Jaargang 11 - editie 3 - Editie 3, 2021 |