Attention-deficit hyperactivity disorder (ADHD) komt bij 3 tot 5% van de kinderen voor. Van de kinderen met ADHD houdt ongeveer 70% ook klachten in de volwassenheid. De belangrijkste gedragskenmerken van ADHD zijn onoplettendheid, impulsiviteit en hyperactiviteit. Bij de behandeling van ADHD komen in eerste instantie niet-medicamenteuze adviezen in aanmerking. De meest gebruikte medicamenteuze behandelopties zijn psychostimulantia (methylfenidaat en dexamfetamine) en atomoxetine. De geneesmiddelen bij ADHD hebben invloed op de dopaminerge en/of noradrenerge transmissie en zijn effectief bij ongeveer 70% van de kinderen met ADHD. Veelvoorkomende bijwerkingen van de psychostimulantia zijn hoofdpijn, nervositeit en slapeloosheid. Andere middelen die een enkele keer ingezet worden bij ADHD zijn clonidine, tricyclische antidepressiva (met name nortriptyline) en bupropion. Het middel guanfacine is sinds eind 2015 ook geregistreerd voor de behandeling van ADHD.
Auteurs | M. Dankers |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 21 maart 2016 |
Editie | PiL - Jaargang 20 - editie 1 - Editie 1, 2016 |
Na het bestuderen van dit artikel: