Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

Mogelijke oorzaken van hogere mortaliteit bij ouderen die ‘klassieke’ en atypische antipsychotica gebruiken

Door op 01-06-2009

Het doel van deze studie1 was het vergelijken van de oorzaken van overlijden kort na het starten van ‘klassieke’ versus atypische antipsychotica bij oudere patiënten. Hiervoor is gebruik gemaakt van data uit de gezondheidszorgdatabase van de provincie British Columbia, Canada. De gegevens van alle 65-plussers die overleden binnen 180 dagen na de start van een antipsychoticum werden geanalyseerd. Kankerpatiënten werden niet beschouwd. De gebruikte data betroffen de gegevens van ruim 35.000 patiënten. Van de ‘klassieke’ antipsychotica bleken loxapine, haloperidol en chloorpromazine het meest voorgeschreven. Voor de atypische antipsychotica waren dit risperidon, quetiapine en olanzapine. De sterftecijfers bedroegen 12,7% (‘klassieke’antipsychotica) en 9,0% (atypische antipsychotica). Gebruikers van ‘klassieke’ antipsychotica hadden een significant groter risico op overlijden aan cardiovasculaire oorzaken en pneumonieën dan gebruikers van atypische middelen. Voor de subgroep dementiepatiënten werd dit verschil niet als zodanig aangetoond.‘Klassieke’ antipsychotica lijken de sterfte door alle oorzaken in deze subgroep overigens wel te verhogen.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Thema Farmacotherapie
Publicatie 1 juni 2009
Editie PiL - Jaargang 13 - editie 6 - Editie 6, 2009