Nieuwe anticoagulantia zijn langverwachte medicijnen die selectief stolling remmen en daardoor aanzienlijk minder interacties hebben met voedsel en medicijnen dan cumarinen (vitamine K-antagonisten). Vanwege voorschijven op basis van vaste doses ontbreekt de noodzaak van frequente dosisaanpassing, zoals nu gebruikelijk is met cumarinen. Dit betekent een aanzienlijke vereenvoudiging van de trombosebehandeling. In fase-3-onderzoek lijkt zowel de behandeling van veneuze trombo-embolie als preventie van beroerte bij atriumfibrilleren effectiever en veiliger te kunnen geschieden met dabigatran en rivaroxaban dan met warfarine. Indien de kosten het toelaten, zullen de nieuwe anticoagulantia snel hun intrede doen. Men dient echter beducht te zijn voor onderschatting van de complexiteit van trombosezorg wanneer de trombosedienst verdwijnt. Therapieontrouw is een relevante factor, waarmee, zeker bij ouderen, rekening moet worden gehouden. Naast het ontbreken van inzicht in eventuele bijwerkingen op lange termijn dient dit behandelaars te manen tot terughoudendheid, maar vooral voorzichtigheid, bij het voorschijven van nieuwe anticoagulantia.
Auteurs | prof. dr. H. ten Cate |
---|---|
Publicatie | 30 september 2011 |
Editie | PiL - Jaargang 15 - editie 6 - Editie 6, 2011 |