Hepatitis C is een leverziekte veroorzaakt door een virus. Hepatitis C-virus (hcv) is een enkelstrengs rna-virus dat via bloed kan worden overgedragen. Van de hcv-geïnfecteerde patiënten is ongeveer 20-25% in staat het virus spontaan te klaren zonder antivirale therapie en 75-80% ontwikkelt een chronische infectie. Een chronische hepatitis C-infectie kan leiden tot levercirrose, leverfalen en uiteindelijk leverkanker. De huidige behandeling van chronische hepatitis C bestaat uit peginterferon en ribavirine. Sinds 2012 wordt bij genotype 1 een proteaseremmer (telaprevir of boceprevir) aan de behandeling toegevoegd. Kennis over de hcv-levenscyclus is de afgelopen jaren enorm toegenomen en heeft geleid tot de ontwikkeling van een nieuwe generatie geneesmiddelen. Deze nieuwe geneesmiddelen blokkeren een specifieke fase van het hcv-replicatieproces. Naar verwachting wordt een aantal van deze geneesmiddelen in de loop van 2014 geregistreerd, waardoor de behandeling van chronische hepatitis C ingrijpend gaat veranderen.
Auteurs |
M.H. van der Ree
J. de Bruijne H.W. Reesink |
---|---|
Publicatie | 29 maart 2014 |
Editie | PiL - Jaargang 18 - editie 1 - Editie 1, 2014 |