Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

NSAID’s, paracetamol en het risico op cardiovasculaire aandoeningen

Door op 01-06-2006

Er zijn aanwijzingen dat regelmatig gebruik van cyclooxygenase (COX) iso enzyme-2-selective inhibitors (COX-2-remmers) geassocieerd is met een verhoogd risico op ernstige cardiovasculaire episoden. De NSAID’s, zoals ibuprofen en naproxen remmen de COX-enzymen minder selectief, maar niet bekend is of deze stoffen dan ook geen of minder risico hebben op cardiovasculaire aandoeningen. Hoe dit ook zij, paracetamol en de NSAID’s zijn geassocieerd met een verhoogd risico op hypertensie waarbij al van paracetamol bekend is dat dit geassocieerd is met een overmaat aan cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Dit belette de onderzoeksgroep niet om het effect van het gebruik van NSAID’s en paracetamol op het ontstaan van cardiovasculaire aandoeningen na te gaan. Om dit vast te stellen maakten zij gebruik van de Nurses’ Health Study, die in 1976 begonnen werd in de Verenigde Staten. In dit onderzoek vulden toen 121.701 vrouwelijke verpleegkundigen een vragenlijst in die daarna om de twee jaar herhaald werd. De respons was steeds hoog (90%). Met ingang van 1990 heeft men in deze vragenlijst een vraag opgenomen naar het regelmatig gebruik van acetylsalicylzuur, andere antiflogistica en paracetamol. Vanaf 1990 participeerden 70.971 vrouwen van 44-69 jaar vrij van oncologische en cardiologische aandoeningen. De evaluatie werd verricht over een periode van twaalf jaar daarna. In totaal werden 2041 cardiovasculaire accidenten vastgesteld: 814 niet-fatale hartinfarcten, 795 niet-fatale beroertes, 277 hartdoden en 155 fatale beroertes. Dit alles over 765.626 persoonsjaren. Zolang het gebruik van NSAID’s en paracetamol niet meer dan 1 dag tot 21 dagen per maand was, bleek geen verhoogd risico met niet-gebruikers. Echter, de vrouwen die 22 dagen of meer per maand NSAID’s gebruikten hadden een significant verhoogd risico op een cardiovasculaire episode (RR 1,67; 95% CI: 1,46-1,89). Dit verhoogde risico was er ook nog na correctie voor cardiovasculaire risicofactoren (RR: 1,44). Ook voor paracetamol werd een dergelijk risico vastgesteld (RR: 1,35; 95% CI: 1,14-1,59). Acetylsalicylzuur was niet op die manier geassocieerd (RR 1,07; 95% CI: 0,95-1,20). Indien rekening gehouden werd met jicht, osteoartritis en reumatoïde artritis in de voorgeschiedenis veranderde niet veel aan deze uitkomsten. Bij vrouwen met jicht, osteoartritis of reumatoïde artritis was de RR 1,66 (95% CI: 1,23-2,23) voor frequent NSAID-gebruik en 1,30 (95% CI: 0,92-1,85) voor paracetamolgebruik. Mogelijk dat dit effect bereikt wordt door een verhoogd risico op hypertensie waar zowel NSAID’s als paracetamol mee geassocieerd zijn. Na correctie voor alle cardiovasculaire risicofactoren, behalve hypertensie, lagen de RR’s zelfs wat hoger: 1,51 en 1,41. Voor de vrouwen met een frequent NSAID- of paracetamolgebruik werd een consistent verhoogd risico gevonden voor niet-fataal hartinfarct, fatale coronaire hartziekte en alle coronaire hartziekten eindpunten. De multivariantie RR bedroegen respectievelijk 1,58 en 1,56 met 95% CI: 1,32-1,89 en 1,26-1,93. Acetylsalicylzuur was met geen enkel verhoogd risico geassocieerd. Ook was er bij frequent NSAID-gebruik een groter risico op herseninfarct (stroke), RR: 1,29 (95% CI: 1,06-1,57). Dit gold ook weer niet voor acetylsalicylzuur. Merkwaardig was dat laagfrequent gebruiksters minder risico hadden op stroke, RR:0,72 (95% CI: 0,56-0,93). Later bleek het risico niet alleen met het aantal dagen medicatie samen te hangen maar ook met aantal tabletten per week.Voor NSAID’s en paracetamol gaven 15 tabletten per week een RR van respectievelijk 1,86 en 1,68. Van alle risicofactoren voor hart- en vaakziekten was de rookstatus de enig duidelijk belangrijke: huidige rokers, RR: 1,82 (95% CI:1,38-1,42); gestopt met roken, 1,58 (95% CI: 1,28- 1,95); niet rokers, 1,11 (95% CI: 0,88-1,41). Roken beïnvloedde niet het effect van paracetamol. Onderzoekers hebben nog nagegaan of na januari 1999 het gebruik van COX-2-remmers hun uitkomsten besmet zouden kunnen hebben maar dat bleek niet zo, hoewel uiteraard deze groep stoffen apart bekeken zou moeten worden.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Thema Farmacotherapie
Publicatie 1 juni 2006
Editie PiL - Jaargang 10 - editie 6 - Editie 6, 2006