Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

Ontwikkeling van nieuwe medicijnen tegen alzheimer

Door op 18-03-2011

In een overzichtsartikel beschrijven Carter et al. de ontwikkelingen in de behandeling van de ziekte van Alzheimer. Zij geven aan dat op dit moment twee processen zijn ontdekt die verantwoordelijk worden geacht voor de ontwikkeling van alzheimer. Het gaat om de aggregatie van bèta-amyloid (Ab) en van tau-peptiden. Beide processen vormen het aanknopingspunt voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen.
Van de middelen die Ab-aggregatie tegengaan is scyllo-inositol het meest onderzocht. Vanwege teleurstellende resultaten in een fase III-onderzoek zijn alle onderzoeken inmiddels gestaakt. Met een andere Ab-aggregatieremmer, PPI-1019, vindt momenteel fase III-onderzoek plaats. Recent is ontdekt dat bepaalde angiotensinereceptorantagonisten, zoals candesartan, ook Ab-aggregatieremmende eigenschappen hebben. Hun effect op alzheimer is nog niet onderzocht.
Verschillende onderzoeken zijn gaande met middelen die de Ab-vorming tegengaan. Tot deze middelen horen bepaalde NSAID’s, die in fase III-onderzoek echter tegenvallende resultaten lieten zien. Ook statines blijken de Ab-vorming tegen te gaan. In klinische onderzoeken is al een verband gevonden tussen statinegebruik en een verminderd risico op de ontwikkeling van alzheimer. Onderzoeken naar vermindering van bestaande alzheimer laten echter geen effect van statines zien.
Reeds enige tijd is bekend dat een ontstekingscomponent een rol speelt bij de ontwikkeling van alzheimer. Zo blijkt bij patiënten die chronisch NSAID’s gebruikten vanwege reumatische aandoeningen de kans op alzheimer slechts een vijfde te zijn vergeleken met een controlegroep. Onderzoeken geven echter geen reden om aan te nemen dat NSAID’s bestaande alzheimer helpen verminderen. Omdat oxidatie van Ab een rol zou spelen bij alzheimer, werd eerder aangenomen dat vitamine E effectief zou kunnen zijn bij de behandeling van alzheimer. Enkele onderzoeken wezen ook in die richting. Recente grotere onderzoeken tonen echter geen werkzaamheid aan.
De bestaande middelen die geregistreerd zijn voor de behandeling van alzheimer zijn acetylcholinesteraseremmers. Het gaat in Nederland om de middelen rivastigmine en galantamine. De middelen werken door verhoging van de hoeveelheid acetylcholine, een neurotransmitter waarvan dementerende patiënten een tekort in de hersenen hebben. Er is ook een NMDA-antagonist beschikbaar, namelijk memantine. De effecten zijn beperkt en kortdurend. Alhoewel gesuggereerd wordt dat deze middelen ook de progressie van alzheimer verminderen, ontbreekt hiervoor nog duidelijk klinisch bewijs. Andere ontwikkelstrategieën richten zich op remming van de aggregatie van tau-peptiden, bijvoorbeeld methyleenblauw, en op vaccinatie. Beide strategieën bevinden zich nog in een vroege fase van onderzoek.
De auteurs concluderen dat de vele vorderingen in het onderzoek naar alzheimer een werkelijke behandeling van de ziekte dichterbij hebben gebracht. De tweede generatie geneesmiddelen voor de behandeling van alzheimer richt zich op verschillende stappen die bij de progressie van de ziekte een rol spelen. Dit geeft hoop dat één of meer van deze benaderingen succesvol zal zijn bij stabilisering of zelfs vermindering van cognitieve tekortkomingen bij de ziekte van Alzheimer.

Belangenverstrengeling: Cartner en Weaver zijn co-financiers van de Treventis Groep, een biotechnologiebedrijf dat geneesmiddelen ontwikkelt tegen alzheimer. Weaver is tevens ontdekker van tramisporate, een middel dat momenteel door Biochem in fase III klinische onderzoeken wordt onderzocht. Sims vermeldt geen belangenverstrengeling.

Carter MD, Simms GA, Weaver DF. The development of new therapeutics for Alzheimer's disease. Clin Pharmacol Ther 2010;88:475-86.

Rivastigmine is in Nederland op de markt als Exelon® en Prometax®
Galantamine is in Nederland op de markt als Reminyl®
Memantine is in Nederland op de markt als Ebixa®

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs M.V. Stroo
Thema Farmacologie
Publicatie 18 maart 2011
Editie PiL - Jaargang 15 - editie 2 - Editie 2, 2011