Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

Paroxetine voor de behandeling van sociale angst bij kinderen

Door op 01-02-2005

Kinderen met een zogenaamde sociale-angststoor-nis hebben angst voor sociale of publieke situaties waarin zij voor schut kunnen komen te staan of vernederd kunnen worden. Voor gewone dagelijkse zaken zoals het meedoen aan een conversatie, een optreden of een spel zijn deze kinderen zodanig angstig dat dit leidt tot vermijdingsgedrag, eenzaamheid en dysforie. Als adolescent krijgen deze kinderen vaker een depressie of een verslaving en op volwassen leeftijd leidt dit tot problemen op het werk en in relaties en veroorzaakt het een mindere kwaliteit van leven. Naast bijvoorbeeld gedragstherapie (in het Erasmus MC is er voor dergelijke kinderen een speciaal programma getiteld ‘Beren op de weg’) kan ook een farmacologische behandeling worden overwogen. De auteurs van dit onderzoek hebben een gerandomiseerde, placebogecontroleerde, dubbelblinde studie verricht bij 322 kinderen met deze angststoornis, waarbij de actieve behandelingsgroep paroxetine kreeg. Paroxetine was reeds effectief gebleken bij de behandeling van dezelfde stoornis op de volwassen leeftijd. De patiënten in dit onderzoek waren tussen de 8 en 17 jaar oud. Na 16 weken behandeling bleken er significant meer patiënten op de behandeling te reageren in de paroxetinegroep dan in de placebogroep (78 vs. 38%). Ook het aandeel patiënten dat ‘sterk verbeterd’ was lag hoger in de paroxetinegroep (48 vs. 15%). Bijwerkingen die in de paroxetinegroep vaker voorkwamen waren slapeloosheid (14%), verminderde eetlust (8%) en braken (7%). Uiteraard was er, mede gezien de recente berichtgeving over antidepressiva bij kinderen, ook aandacht voor neiging tot suïcide. Bij vier met paroxetine behandelde kinderen waren gedachten aan of dreigen met zelfmoord voorgekomen, terwijl dit bij geen van de kinderen in de placebogroep werd waargenomen. In de discussie zijn de auteurs positief over het hoge percentage patiëntjes dat op de farmacologische behandeling reageerde (78%) in vergelijking met het percentage volwassenen dat op een dergelijke behandeling positief reageert (55%). Mogelijk is er naast een direct farmacologisch effect ook sprake van een indirect effect. Dit laatste zou door de ouders worden gestimuleerd doordat zij bij de eerste tekenen van herstel hun kind extra stimuleren en steunen om nieuwe dingen te ondernemen. De duur van behandeling was kort, zeker gezien het chronisch karakter van het onderliggende probleem. Of terugval na staken van de behandeling optreedt, werd (helaas) niet onderzocht.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Thema Farmacotherapie
Publicatie 1 februari 2005
Editie PiL - Jaargang 9 - editie 2 - Editie 2, 2005