Diepveneuze trombose (DVT) komt veel voor bij patiënten die een heupoperatie hebben ondergaan. Ondanks behandeling met laagmoleculaire heparines, vitamine K antagonisten of pentasaccharide lopen percentages patiënten met DVT op tot wel 20%. Dit percentage kan worden verlaagd door de antistolbehandeling voort te zetten tot een maand na de operatie. Orale toediening zonder noodzakelijke controles kan daarbij de therapietrouw bevorderen.
Thema | Farmacotherapie |
---|---|
Publicatie | 1 juli 2009 |
Editie | PiL - Jaargang 13 - editie 7 - Editie 7, 2009 |