Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

Profylaxe voor HIV-infectie na (mogelijke) expositie

Door op 01-02-2010

Casus: een man van 24 jaar vertelt op het spreekuur 36 uur tevoren receptief (= passief) anaal geslachtsverkeer gehad te hebben met een anonieme man die bekend staat om zijn seksuele contacten met andere mannen. Onze man is bekend in de praktijk en heeft enkele malen testen laten verrichten, onder andere op infectie met humaan immunodefi ciëntievirus (HIV). Het laatste onderzoek was zes maanden geleden. Alle onderzoeken waren negatief (HIV: -). Onze patiënt zou op dit moment deel kunnen uitmaken van de naar schatting wereldwijd 2,7 miljoen nieuwe besmettingen per jaar. Alleen al in de Verenigde Staten zijn dat er jaarlijks meer dan vijftigduizend.
Aangezien een HIV-infectie niet acuut optreedt na blootstelling aan het virus, is er een mogelijkheid om na een (vermeende) blootstelling aan HIV toch preventief te behandelen. Onderzoekresultaten buiten Nederland met vaccinatie gaven echter wisselende uitkomsten. Antimicrobiële middelen zijn nog maar beperkt beschikbaar. In 1997 gaf een zogenaamd ‘case-control’ onderzoek als uitkomst, dat gezondheidswerkers die een prikaccident hadden gehad en daarom zidovudine kregen toch 81% minder kans hadden op seroconversie van HIV-negatief naar HIVpositief. Ondanks tekortkomingen van dit onderzoek was het door deze uitkomst niet meer te verdedigen om alsnog een placebo-gecontroleerd onderzoek te doen naar de werkzaamheid van profylaxe na blootstelling aan HIV. Het is niet bekend of anti-retrovirale behandeling na blootstelling aan HIV door seksueel contact of intraveneus gebruik van drugs ook nuttig is, maar op grond van de veiligheid en haalbaarheid wordt deze profylaxe toch toegepast.
Bij de profylaxe na blootstelling gaat men ervan uit dat de contactpersoon op dat moment HIV-negatief is, maar dat moet men wel eerst met een test aantonen. Bij afwezigheid van een klacht of teken van HIV wordt dit niet als routine aanbevolen wegens vals-positieve uitslagen en de kosten. Bij het besluit om ‘post-expositie profylaxe’ (PEP) toe te passen, dient men te streven naar een goed inzicht hoe de expositie plaatsvond en hoe het seksueel gedrag van de mogelijke bron is en zo mogelijk of deze bron HIV-positief is. Vaak ontbreekt informatie over de bron en dient de schatting op andere epidemiologische gronden plaats te vinden. Profylaxe dient na mogelijke expositie zo snel mogelijk ingesteld te worden, liefst binnen 36 uur, en dient 28 dagen voortgezet te worden. Het is niet bekend of beginnen na 48 uur ook werkzaam kan zijn.
In het algemeen beveelt men een nucleosideregime van twee stoffen in vaste combinatie (zidovudine- lamivudine) aan, tenzij bekend is dat de virale resistentie van de bronpopulatie groter is dan 15%. Dan voegt men aan de combinatie een proteaseremmer toe. Mensen die mogelijk een dergelijke infectie hebben, dienen specialistisch behandeld en intensief begeleid te worden. Bij de begeleiding kan er een belangrijke rol zijn voor huisarts en/of apotheker. Dit artikel geeft een goed overzicht van deze soms lastig op te sporen infectie die kort na blootstelling aan het virus nog juist te beïnvloeden is wegens de aanwezigheid van een (kort) interval tussen contact en infectie.

Opmerking redactie: Voor de Nederlandse huisarts die PEP overweegt voor patiënt is het aan te bevelen hierover contact op te nemen met de GGD. Een adequate logistieke structuur met 24-uurs beschikbaarheid, mogelijkheden voor laboratoriumonderzoek en toediening van medicatie, serologisch vervolgonderzoek en zo mogelijk opsporing van de bron zijn belangrijk. Naast overdracht van HIV dient men ook te denken aan die van hepatitis B en C.

Belangenverstrengeling: niet vermeld.

�� Landovitz RJ, Currier JS. Postexposure prophylaxis of HIV infection. N Engl J Med 2009;361:1768-1775.

�� Lamivudine is in Nederland op de markt als Epivir® en in Zeffi x®, Kivexa®, Trizivir® en Combivir®
�� Zidovudine is in Nederland op de markt als Retrovir AZT® en in Combivir® en Trizivir®

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Em. prof. dr. E. van der Does
Thema Farmacotherapie
Publicatie 1 februari 2010
Editie PiL - Jaargang 14 - editie 1 - Editie 1, 2010