De schadelijke bijwerkingen van drugs zoals heroïne en XTC, maar ook van ‘genotmiddelen’ als alcohol en tabak, zijn bekend, maar niet vaak in maat en getal uitgedrukt. Er bestaan twee grote onderzoeken, één Nederlands (Van Amsterdam et al.) en één Brits (Nutt et al.; van de onafhankelijke, wetenschappelijke commissie die drugsgebruik onderzoekt). Het gaat hier niet over de absolute aantallen, maar over de bijwerkingen van elk middel afzonderlijk en in vergelijking tot elkaar.
De Britse commissie aangevuld met twee externe deskundigen heeft in 2010 twintig drugs opnieuw op negatieve effecten onderzocht. In een ééndaagse workshop zijn twintig drugs onderworpen aan zestien beoordelingscriteria, waarvan negen verband hielden met de schade die de drug toebracht aan het individu zelf en zeven met schade die door gebruik werd toegebracht aan anderen (de omgeving). De schadelijke gevolgen van een drug werden per criterium gescoord op een schaal van 0-100%; 0% betekende geen schadelijke gevolgen en 100% betekende ernstig schadelijke gevolgen. Dus als middel A een sterfte zou geven van 2% en middel B van 20%, dan zou middel A op dat criterium een 2 en middel B een 20 krijgen, ook als middel A honderd keer vaker werd gebruikt dan middel B. De deskundigen moesten het over deze cijfers eens zijn. Op deze wijze kon men de schadelijke gevolgen van de drug voor het individu zelf en de omgeving en de totale score van deze schadelijke gevolgen tezamen berekenen.
Tot de zestien gedefinieerde criteria (lees: bijwerkingen) behoorden onder meer: sterfte, zowel direct (bijvoorbeeld overdosis) als samenhangend met gebruik (bijvoorbeeld verkeersongelukken); ziekte, zowel specifiek (psychose) als samenhangend met gebruik (infectie); vermindering van mentale en sociale functies; verstoorde relaties; criminaliteit; economische schade en maatschappelijke gevolgen, voor zover deze gekwantificeerd konden worden. Door scores te verstrekken voor deze criteria kunnen drugs op de genoemde criteria met elkaar worden vergeleken.
De voor de individuele gebruiker meest schadelijke middelen waren heroïne (score 34), crack cocaïne (37) en metamfetamine (32). De voor de omgeving meest schadelijke middelen waren alcohol (46), heroïne (21) en crack cocaïne (17). In vergelijking hiermee staan cannabis en paddo’s laag op de schaal (6 tot 7), zowel wat betreft de schade voor de gebruiker als die voor de omgeving. Wanneer de totaalscore van de schadelijke gevolgen voor de verschillende drugs werd berekend dan was deze voor alcohol 72, voor heroïne 55 en voor crack cocaïne 54.
De auteurs toetsten hun bevindingen ook aan de officiële sterftestatistieken voor drugs van 2003 tot 2007 en vonden een bijna volledige overeenstemming (correlatie 0,98-0,99). De correlatie met de twee eerdere analyses was minder goed (0,70), hetgeen gedeeltelijk is te verklaren doordat in de Nederlandse publicatie slechts vijf middelen zijn vermeld met minder nadruk op de gevolgen voor de omgeving en gedeeltelijk door een andere manier van indelen en tellen. Vermeldenswaard is de geringe overeenstemming van deze onderzoeksresultaten (0,04!) met de nog steeds van kracht zijnde Britse Wet op het misbruik van verdovende middelen uit 1971. De ernst en het gevaar van de bijwerkingen van de afzonderlijke middelen zijn daarin totaal anders beoordeeld.
Al met al geeft deze multicriteria-analyse een helder beeld van de schade die door verdovende, stimulerende en geestverruimende middelen wordt veroorzaakt, met als grootste boosdoener alcohol (score 72), direct gevolgd door heroïne, crack cocaïne en metamfetamine. Tabak staat op plaats vijf met score 26. Paddo’s, cannabis en LSD scoren, zoals gezegd, laag (6-7). Op basis van dit onderzoek blijkt duidelijk dat de algemeen heersende beoordeling van schade door drugs in het Verenigd Koninkrijk niet berust op de gewogen telling van bijwerkingen.
Belangenverstrengeling: één van de auteurs, die werkte als adviseur van het facilitaire bedrijf dat de berekeningen uitvoerde, ontving een onkostenvergoeding.
Nutt DJ, King LA, Phillips LD. Drug harms in the UK: a multicriteria decision analysis. Lancet 2010;376:1558-65.
Amsterdam JGC van, Opperhuizen A, Koeter A, Brink W van den. Ranking the harms of alcohol, tobacco and illicit drugs for the individual and the population. Eur Addict Res 2010;16:202-27.
Auteurs | H.R. de Vries |
---|---|
Thema | Bijwerkingen |
Publicatie | 27 april 2011 |
Editie | PiL - Jaargang 15 - editie 3 - Editie 3, 2011 |