Ongeveer 3-5% van de vrouwen in de vruchtbare levensfase heeft last van een premenstrueel syndroom (PMS), ook wel premenstrual dysphoric disorder (PMDD) genoemd, wat wordt gedefinieerd als 'het zich cyclisch voordoen van symptomen van lichamelijke, gedragsmatige en/of psychische aard, zodanig dat het als normaal ervaren leefpatroon verstoord raakt'.1 De meest voorkomende klacht is prikkelbaarheid. Om de diagnose PMS te kunnen stellen, moeten de symptomen elke maand terugkomen en alleen optreden in de luteale fase (dag 14-28). Na het begin van de menstruatie horen de klachten af te nemen. Verder moet er minimaal één symptoomvrije week zijn (dag 7-14) en moeten de klachten/ symptomen een significant negatieve invloed hebben op het leefpatroon en/of persoonlijke verhoudingen. De hypothese achter PMS is dat het serotoninegehalte in het bloed daalt door hormonale schommelingen en dat vrouwen daardoor last hebben van onder andere prikkelbaarheid. De vraag is of een SSRI een effectieve behandeling is voor vrouwen met klachten van PMS.
Auteurs |
M. Eijsackers
J.N. Belo |
---|---|
Thema | CAT |
Publicatie | 29 maart 2014 |
Editie | PiL - Jaargang 18 - editie 1 - Editie 1, 2014 |