Een onbehandelde infectie met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv) leidt tot de symptomen van het ‘acquired immune deficiency syndrome’ (aids) en uiteindelijk tot overlijden. Anno 2014 zijn krachtige antiretrovirale combinatietherapieën beschikbaar die een hiv-infectie veranderd hebben in een chronische ziekte. Er zijn op dit moment zes klassen antiretrovirale middelen beschikbaar: nucleoside/nucleotide reverse transcriptase inhibitors (NRTI’s), non-nucleoside reverse transcriptase inhibitors (NNRTI’s), proteaseremmers, integraseremmers, coreceptorantagonisten en fusieremmers. In de meest gebruikelijke vorm van hiv-combinatietherapie worden twee NRTI’s gecombineerd met een middel uit een van de andere klassen. De eerstekeuzeregimes bevatten alle tenofovir en emtricitabine als NRTI's. Hieraan kunnen worden toegevoegd efavirenz, atazanavir/ritonavir, darunavir/ritonavir of eventueel raltegravir. Met deze behandeling vermindert de hiv-gerelateerde morbiditeit en verbetert de overleving, blijft de immunologische functie behouden en de virale hiv-load onderdrukt en wordt hiv-transmissie vermeden. Antiretrovirale combinatietherapie kan een verhoogd risico op cardiovasculaire ziekten, metabole afwijkingen, herverdeling van het lichaamsvet en/of een afname van de botmineraaldichtheid geven. Daarnaast hebben hiv-middelen veelal veel geneesmiddeleninteracties. Generieke preparaten van de bestaande middelen en de nieuwe middelen rilpivirine, elvitegravir/cobicistat en dolutegravir zijn de meest recente toevoegingen aan het behandelarsenaal.
Auteurs |
E.A. van der Wouden
D.M. Burger |
---|---|
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 15 september 2014 |
Editie | PiL - Jaargang 18 - editie 3 - Editie 3, 2014 |
Na het lezen van dit nascholingsartikel