Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

Therapie van reumatoïde artritis

Door op 01-03-2007

Reumatoïde artritis (RA) is een systeemziekte die ongeveer 0,5% van de wereldbevolking treft. De inzichten in de ziekte hebben zich de laatste jaren zeer gewijzigd en verdiept, vandaar dit referaat. De Non- Steroïdal Anti-Inflammatory Drugs (NSAID’s) lijken een aanwinst en hoewel deze middelen de klachten en verschijnselen gunstig beïnvloeden gebeurt er weinig met de progressie en de uiteindelijke invaliditeit. Iets verder zijn wij gekomen met de zogenaamde Disease-Modifying Anti-Rheumatic Drugs (DMARD’s) waarmee aangeduid worden: middelen die het radiodiagnostische beeld van RA-gewrichten verbeteren (erosie van en gaten in de botten). Gedoeld wordt op middelen die cytokines remmen. Dit in tegenstelling tot NSAID’s, die prostaglandineremmers zijn en daardoor wel de symptomen gunstig beïnvloeden, maar niet de structuur van de gewrichten verbeteren. De meest gebruikte DMARD’s zijn: goud, penicillamine en sulfasalazine. Zij hebben een langzaam intredend effect en een grote toxiciteit, zodat veel patiënten ermee stoppen. Methotrexaat bleek wel een aanwinst maar nog steeds blijft minder dan 50% van de patiënten op termijn deze DMARD’s gebruiken. Een revolutionaire ontwikkeling was de ontdekking dat het pre-inflammatoire cytokine, tumornecrose factor-alpha (TNF-alfa) een centrale rol speelt bij de pathogenese van RA. Blokkade daarvan met anti-TNF-alfa (infliximab) leidt tot verbetering van klachten en symptomen ook bij hen die geen baat hebben van DMARD’s en methotrexaat. Hierbij bleek dat ook structurele veranderingen worden afgeremd.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Thema Farmacotherapie
Publicatie 1 maart 2007
Editie PiL - Jaargang 11 - editie 3 - Editie 3, 2007