Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

Therapietrouw bij COPD

Door op 25-06-2010

Het merendeel van de inhalatiemedicatie die wordt toegepast bij COPD heeft een direct symptomatisch effect. Daarom neemt men aan dat de therapietrouw bij deze patiënten goed is en er mogelijk ook een verband bestaat tussen therapietrouw en ernst van de aandoening. Er zijn echter heel weinig cijfers uit onderzoek om deze aanname te onderbouwen. Het doel van dit onderzoek was dan ook om na te gaan of therapietrouw bij inhalatiemedicatie een positief effect heeft op de mortaliteit en morbiditeit bij COPD.
De onderzoekers hebben gebruik gemaakt van de TORCH-database (Towards a Revolution in COPD Health study). TORCH was een multicenter, gerandomiseerd, dubbelblind placebogecontroleerd onderzoek waarin gedurende drie jaar tweemaal daags 50μg salmeterol en 500μg fluticasonpropionaat of een combinatie van beide zijn vergeleken met placebo. Therapietrouw, gedefinieerd als het volgens instructie gebruiken van de inhalatiemedicatie gedurende minimaal 80% van de onderzoeksperiode, werd elke twaalf weken gemeten aan de hand van een inhalatiediscus met teller waarop het aantal resterende doses wordt aangegeven. Van de 4880 (79,8%) patiënten die therapietrouw waren, is 11,3% na drie jaar overleden. Dit in verhouding tot 26,6% van de 1232 patiënten (20,2%) die niet therapietrouw waren. Ook na correctie voor mogelijke verstorende factoren was er een duidelijk verband tussen therapietrouw en mortaliteit (hazard ratio=0,40; 95%BI: 0,35-0,46). Ook ten aanzien van het aantal ziekenhuisopnamen als gevolg van een exacerbatie van COPD werd een significant verband met therapietrouw gevonden (hazard ratio=0,58; 95%BI:0,44-0,73). De relatie tussen therapietrouw, mortaliteit en afname van het aantal ziekenhuisopnamen was onafhankelijk van het soort inhalatiegeneesmiddel waaronder ook het placebo. Dat het effect van therapietrouw in de placebogroep net zo sterk was als in de geneesmiddelgroepen wijst erop dat therapietrouw een surrogaatparameter kan zijn voor een gezonde levensstijl. Deze patiënten hebben mogelijk ook een betere therapietrouw ten aanzien van ademhalingsrevalidatie en fysieke activiteit in het algemeen, welke beide samenhang vertonen met een betere overleving.
Een andere verklaring zou kunnen zijn dat zij die therapietrouw zijn, zich meer vertrouwd voelen met de behandeling en zo minder stress ervaren van hun chronische ziekte, hetgeen weer een betere levensverwachting met zich meebrengt.
In de discussie geven de auteurs aan dat de wijze waarop therapietrouw is beoordeeld, niet optimaal was. Hoewel patiënten niet op de hoogte waren van het feit dat het onderzoek zich ook richtte op therapietrouw, is het bijvoorbeeld mogelijk dat zij medicatiegebruik hebben gesimuleerd door de inhalator voorafgaand aan een bezoek te legen. Het is echter niet waarschijnlijk dat dit van invloed is geweest op de resultaten van dit onderzoek en het geeft mogelijk eerder een onderschatting van het gevonden effect aan.
De auteurs concluderen dat therapietrouw bij inhalatiemedicatie (ook bij placebo!) samenhang vertoont met een onverwacht sterk verminderd risico op overlijden en ziekenhuisopname als gevolg van een exacerbatie van COPD. Meer onderzoek is echter nodig om deze bevindingen te kunnen verklaren, om vervolgens therapietrouw en daarmee de behandeling van patiënten met COPD te kunnen verbeteren.

Belangenverstrengeling: het onderzoek is gesponsord door GlaxoSmithKline. Een aantal auteurs hebben voor andere werkzaamheden van GSK honoraria ontvangen.

Vestbo J, Anderson JA, Calcerley PMA et al. Adherence to inhaled therapy, mortality and hospital admission in COPD. Thorax 2009;64:939-43.
Han MK. Medication adherence in COPD: what have we learned? Thorax 2009;64:922-23.

Salmeterol is in Nederland op de markt als Serevent®
Fluticasonpropionaat is in Nederland op de markt als Flixotide®

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs L.A. Lammers
Thema Redactioneel
Publicatie 25 juni 2010
Editie PiL - Jaargang 14 - editie 5 - Editie 5, 2010