Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

Therapietrouw en risicoreductie bij coronaire hartziekten

Door op 28-05-2010

Antihypertensiva verlagen het risico van cardiovasculaire ziekte en sterfte. De werkzaamheid die in klinische onderzoeken wordt gevonden, is echter niet gelijk aan die in de klinische praktijk. Waarschijnlijk speelt het ontbreken van therapietrouw daarin een belangrijke rol. Er is tot nu toe echter weinig onderzoek gedaan naar de invloed van therapietrouw op cardiovasculaire uitkomsten. Perreault et al. onderzochten de invloed op coronaire hartziekten.
Voor dit onderzoek is gebruikt gemaakt van de databank van de ziektekostenverzekeringen in de regio Quebec, waarin onder andere declaraties voor geneesmiddelen en medische verrichtingen worden opgeslagen. De gegevens van 83.267 nieuwe gebruikers van antihypertensiva tussen 45 en 85 jaar zonder symptomen van coronaire ziekten werden voor het onderzoek gebruikt. Als antihypertensiva werden diuretica (behalve lisdiuretica), β-blokkers, ACE-remmers, calcium-kanaalblokkers en angiotensine receptorblokkers in het onderzoek betrokken. Alle eerste gevallen van een fataal of niet-fataal coronair incident werden gepaard aan vijftien controles. Eerste diagnoses van myocardinfarct of angina, medische procedures als stentplaatsing, gebruik van nitraten en dood werden geanalyseerd als coronair incident. Voor zowel de ‘cases’ als de controles werd de therapietrouw bepaald door het totaal aantal dagen waarvoor geneesmiddelen werden afgeleverd, te delen door de totale lengte van de vervolgperiode. Patiënten met een ratio boven de 80% werden beschouwd als therapietrouw, een ratio onder de 80% als niet-therapietrouw. Cox regressieanalyses werden uitgevoerd om het verschil in de tijd tot het eerste incident te analyseren.
De mate van therapietrouw was 96% in de therapietrouwe groep versus 59% in de niet-therapietrouwe groep. Het risico op coronaire hartziekten in de therapietrouwe groep was 10% lager dan in de niet-therapietrouwe groep (RR 0,90; 95%BI 0,84-0,95) bij de groepen die gedurende meer dan een jaar antihypertensiva hadden gebruikt. Gedurende het eerste jaar was het verschil nog niet significant (RR 0,93; 95%BI 0,85-1,03); een duidelijke aanwijzing dat de voordelen van behandeling van hypertensie pas op lange termijn tot uitdrukking komen.
Dit onderzoek heeft het effect laten zien van de mate van therapietrouw op het optreden van incidenten door coronaire hartziekten in de dagelijkse klinische praktijk. Dat een goede therapietrouw tot een 10% lagere risk ratio leidt, betekent dat er met bevordering van de therapietrouw van patiënten die met antihypertensiva worden behandeld nog veel winst te behalen is. Een extra goede primaire preventie dus. Daarom is het van belang de therapietrouw te begeleiden in de dagelijkse klinische praktijk, zodat het theoretisch te behalen therapeutisch voordeel van bestaande therapie ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd.

Belangenverstrengeling: geen. Het onderzoek werd gesubsidieerd door de Canadian Institutes Health Research (CIHR).

Perreault S, Dragomir A, Roy L, White M, Blais L, Lalonde l, Bérard A. Adherence level of antihypertensive agents in coronary artery disease. Br J Clin Pharmacol. 2010; 69:74-83.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs dr. M.L. Becker
Thema Farmacotherapie
Publicatie 28 mei 2010
Editie PiL - Jaargang 14 - editie 4 - Editie 4, 2010