De hoge frequentie en negatieve invloed van selectieve rapportage van uitkomsten van klinisch onderzoek zijn goed aangetoond. Het veelvuldig weglaten van ‘ongewenste uitkomsten’ bij het rapporteren van onderzoek leidt ertoe dat mensen werkzaam in de gezondheidszorg en beleidsmakers beslissingen nemen op basis van onvolledige en door belangenverstrengeling beïnvloede onderzoeksuitkomsten. Selectieve berichtgeving kan men vaak op het spoor komen door bestudering van het onderzoeksprotocol in samenhang met de erbij horende publicatie.
Selectieve berichtgeving kan men tegengaan door inzicht te verstrekken in de primair geformuleerde doelstelling van het onderzoek in het onderzoeksprotocol, de daarin geformuleerde uitleessystemen en door toegang tot en inzicht in alle ongepubliceerde en gepubliceerde uitkomsten over dat soort onderzoek ook in de beschouwing te betrekken. Dat wordt tot dusver niet gedaan. Chan pleit daarom voor grotere openheid bij de inzage in onderzoeksprotocollen en nog niet gepubliceerde onderzoeksresultaten. In beginsel zouden van elk onderzoek alle nog niet statistisch bewerkte gegevens ter inzage moeten worden voorgelegd. Alleen hierdoor kan de betrouwbaarheid van de verslaglegging van grote klinische onderzoeken toenemen.
Idealiter zou iedereen via het internet toegang tot het protocol van het onderzoek en de onbewerkte resultaten moeten krijgen, om zelf een objectief oordeel te kunnen vellen over de verkregen uitkomsten. Nu wordt dat oordeel ‘gestuurd’ door een publicatie of ‘meta-analyse’ waarin regelmatig ‘negatieve’ uitkomsten (bewust) worden weggelaten.
Jefferson et al. geven een uitgebreide illustratie van dit fenomeen. Zij hebben verschillende keren een Cochrane Review over neuraminidaseremmers geschreven (in 1999, 2006, 2008 en 2009). Bij de voorbereiding van het overzicht van 2009 werden ze attent gemaakt op een mogelijke onzorgvuldigheid in hun overzicht van 2008. Nader speurwerk leerde dat de onderzoekers bij het rapporteren van hun uitkomsten inderdaad een aantal negatieve bevindingen weglieten. De conclusie dat oseltamivir het risico op complicaties zoals pneumonie zou verminderen, kon met de juiste bevindingen niet gehandhaafd blijven.
Jefferson et al. waren zeer verbolgen over deze gang van zaken, omdat zij bij navraag naar de oorspronkelijke uitkomsten van twee gerenommeerde onderzoekers geen eerlijk antwoord hebben gekregen en niet de beschikking kregen over de gevraagde gegevens. Mede door dit voorval komen Jefferson et al. met het ook door Chan naar voren gebrachte voorstel tot volledige openbaarmaking van het onderzoeksprotocol en de onbewerkte uitkomsten van een onderzoek. Tijdschriften zouden deze bij aanlevering van een manuscript bijgeleverd moeten krijgen of als addendum bij het artikel moeten publiceren. Toegang tot deze gegevens via een internetkoppeling zou in alle gevallen de meest eerlijke oplossing zijn. Dan kan zoals gezegd iedereen zijn eigen opinie over de uitkomsten van een onderzoek vormen.
Opmerking referent: dit is mijn laatste referaat voor MFM, een blad dat de literatuur over klinisch onderzoek kritisch poogt te belichten. Dat er, zoals uit dit referaat blijkt, de laatste decennia in toenemende mate gefraudeerd is met uitkomsten, onderstreept het belang van tijdschriften als MFM.
Belangenverstrengeling: geen.
Chan A-W. Access to clinical data; results and protocols go hand in hand. BMJ 2011;342:117-8.
Jefferson T, Doshi P, Thompson M, Heneghan C. Ensuring safe and effective drugs: who can do what it takes. BMJ 2011;342:148-51.
Oseltamivir is in Nederland op de markt als Tamiflu®
Auteurs | Dr. P.L.B. Bruijnzeel |
---|---|
Thema | Diversen |
Publicatie | 30 juni 2011 |
Editie | PiL - Jaargang 15 - editie 5 - Editie 5, 2011 |