Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

Ulceraties in de mond en de aanpak in de eerstelijn: overzicht gebaseerd op publicaties in de periode 1990-2009

Door op 27-10-2010

Zweren en zweertjes in mond komen vaak voor. Bij volwassenen vond men in de Verenigde Staten een puntprevalentie van 4%. Bekend is dat wereldwijd 25% van de bevolking ooit last van aften heeft gehad. Meestal zijn zweertjes goedaardig en genezen zij spontaan. Uit een onderzoek in Engeland bleek dat 18% van de patiënten die werden verwezen in verband met ulceraties in de mond, een maligne afwijking had. Men verdeelt mondzweren in ‘acute’ en ‘chronische’ vormen. Het criterium is drie weken. Mondzweren kunnen recidiveren, waarvoor veel verschillende oorzaken zijn. Voor acute en chronische niet-maligne afwijkingen komen de oorzaken in grote lijnen overeen: kleine traumata (gebit enzovoorts, bijtende en hete stoffen), aften, bijwerkingen van geneesmiddelen en infecties. Aften zijn doorgaans klein (<1 cm), rond en pijnlijk. meestal komen zij groepsgewijs voor. bij de chronische mondzweren (meer dan drie weken) dienen behalve eerder genoemde oorzaken ook aandoeningen als lichen planus, pemphigus maligniteiten te worden overwogen. patiënten met hiv moet men denken aan herpes lues. verreweg meeste maligne orale ulceraties zijn plaveiselcelcarcinomen. kunnen bijvoorbeeld lymfomen, speekselkliertumoren andere afwijkingen in mondregio zich presenteren ulceraties. plaveiselcelcarcinomen vooral voor mannen ouder 50 jaar name deze alcohol gebruiken roken. vaak er al geruime tijd premaligne aanwezig, zoals leukoplakie erythroplakie. kenmerkend induraties verdikte, opgeworpen randen. lokale ontstekingsreacties ontbreken meestal. veel verder gevorderde stadia pijn (ook oorpijn), kaakklem, slikklachten foetor ex ore op voorgrond staan. laterale rand van tong mondbodem. lymfkliervergroting kan soms een vroeg stadium aanwezig zijn.
In de eerste lijn is vooral de herkenning van de eerste verschijnselen het belangrijkste. Bij een vermoeden van maligniteit is spoedverwijzing naar de tweede lijn gewenst. De anamnese is hierbij van groot belang om chronische en recidiverende, niet-maligne ulcera te onderscheiden van ulcera met een (mogelijk) maligne oorzaak. De huisarts kan zo nodig alvast symptoomverlichting bewerkstellingen voordat de definitieve diagnose wordt gesteld. Te denken valt daarbij aan mondspoelingen en (lokale) pijnstilling. Stoppen met roken en alcoholgebruik is natuurlijk logisch. Verwijzing naar lokale specialisten (KNO-arts) voor snelle diagnostiek is meestal de eerste stap. Bij zeer specialistische behandelingen is een verwijzing naar oncologische teams aangewezen.

Belangenverstrengeling: niet vermeld.

Paleri V, Staines K, Sloan P, Douglas A, Wilson J. Evaluation of oral ulceration in primary care. BMJ 2010;340:c2639.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Knuistingh Neven, A.
Thema Farmacotherapie
Publicatie 27 oktober 2010
Editie PiL - Jaargang 14 - editie 8 - Editie 8, 2010