Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

Vermindering van kans op veneuze trombo-embolie bij in ziekenhuis opgenomen patiënten

Door op 16-08-2010

Een groot deel van de sterfte veroorzaakt door veneuze trombo-embolie (VTE) die ontstaat in het ziekenhuis is vermijdbaar. Ondanks het bewijs voor de effectiviteit van tromboprofylaxe krijgt maar de helft van de patiënten die daarvoor in aanmerking komen daadwerkelijk deze profylaxe. Hill en Treasure vatten de belangrijkste aanbevelingen van de NICE-richtlijn samen. Deze richtlijn voor chirurgische patiënten is in 2007 gepubliceerd.
Bij opname moet bij alle patiënten worden beoordeeld of er risicofactoren aanwezig zijn voor het ontstaan van VTE. Daarnaast moet men ook nagaan of er geen verhoogde bloedingneiging bestaat. Bedlegerige patiënten of patiënten met beperkte mobiliteit, een eerdere VTE, kanker, obesitas of belangrijke comorbiditeit zoals bijvoorbeeld bepaalde hartaandoeningen, of acute infecties in de voorgeschiedenis hebben een verhoogd risico op VTE. Deze patiënten hebben in principe een indicatie voor profylactische therapie. Hetzelfde geldt voor het ondergaan van veel chirurgische ingrepen. Voordat men profylactische behandeling instelt, moet het huidige risico op bloedingen worden onderzocht. Patiënten met een verhoogd risico op bloedingen, zoals de aanwezigheid van bloedingstoornissen, gebruik van anticoagulantia of trombocytopenie, mogen geen profylactische therapie krijgen, tenzij de risico’s van profylaxe opwegen tegen de risico’s van een bloeding.
Profylactische therapie kan bestaan uit fondaparinux, laag-moleculaire heparine of, voor patiënten met nierfalen, ongefractioneerde heparine. Hiermee moet men zo snel mogelijk beginnen. Bovendien moeten patiënten zo snel mogelijk worden gemobiliseerd. Patiënten dienen voor aanvang van de profylaxe op de hoogte te worden gesteld van de risico’s van VTE, het belang van profylaxe en correct gebruik. Bij ontslag moeten patiënten schriftelijke en mondelinge informatie krijgen over de symptomen van VTE, de duur van VTE-profylaxe thuis en wederom over het belang van correct gebruik.
Een belangrijke hindernis in de uitvoering van deze richtlijn is dat veel opnamen met één of meer urgente problemen worden gepresenteerd. In de eerste fase liggen de prioriteiten bij diagnostiek en behandeling van deze problemen en besteedt men geen aandacht aan VTE-profylaxe. Opstelling van een voorlopig plan kan echter tegelijkertijd plaatsvinden. Daarnaast bestaan er verschillen in de perceptie van risico’s. Anticoagulantia geven een verhoogd risico op bloedingen. Het optreden van deze iatrogene complicatie kan een gevoel van verantwoordelijkheid geven bij de voorschrijver. Daardoor kan de wil om anticoagulantia in de toekomst voor te schrijven afnemen. Het optreden van mogelijk te voorkomen trombo-embolieën heeft echter nauwelijks effect op het voorschrijfgedrag. Opmerking redactie: naast voorlichting aan patiënt en familieleden dient bij ontslag uit het ziekenhuis en na poliklinische ingrepen de huisarts direct te worden geïnformeerd over het gebruik van antitrombotische medicatie.

Belangenverstrengeling: geen.

Hill J, Treasure T. Reducing the risk of venous thromboembolism in patients admitted to hospital: summary of NICE guidance. BMJ 2010;340:259-260.

Fondaparinux is in Nederland op de markt als Arixtra®

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs dr. M.L. Becker
Thema Farmacotherapie
Publicatie 16 augustus 2010
Editie PiL - Jaargang 14 - editie 6 - Editie 6, 2010