Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

Voorspelling van de kans op ‘porfyrogeniciteit’ en voorschrijven bij mensen met een acute porfyrie

Door op 01-05-2008

De ziektebeelden die tezamen ‘acute porfyrie’ worden genoemd (acute intermitterende porfyrie, porphyria variegata, erfelijke coproporfyrie en porfyrie als gevolg van ALAD-deficiëntie [ALAD:amino levuline zuur dehydratase] worden veroorzaakt door een aantal erfelijke enzymdeficiënties. Het is een ernstig ziektebeeld dat potentieel letaal kan verlopen. Klinische verschijnselen ontstaan doordat bepaalde stoffen uit de omgeving leiden tot een verhoogde belasting van de enzymen betrokken bij de synthese van heem in de lever. Als gevolg hiervan treedt inductie op van het snelheidsbeperkende enzym (5-aminolevulinaat synthase [ALAS]) en ophoping van neurotoxische metabolieten. De mate waarin een stof in staat is om de ziekteverschijnselen te veroorzaken hangt samen met het vermogen ervan om transcriptie van het gen ALAS1 op gang te brengen en de fysiologische terugkoppeling door vermindering van de hoeveelheid heem in de levercellen te remmen. Het betreft vooral lipofiele stoffen die cytochroom P450 (CYP) induceren. Thunell et al. (2007) geven een uitgebreid overzicht van de betrokken mechanismen zoals o.a. de inductie van CYP en de activering van kernreceptoren (‘constitutively active receptor’ [CAR] en ‘pregnane xenobiotic receptor’[PXR]). Sommige stoffen staan bekend als zeer sterk ‘porfyrogeen’ en induceren niet alleen verschillende CYPs maar ook uridinedifosfaat glucuronosyltransferasen (UGTs). Bekende voorbeelden van dergelijke stoffen zijn fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine en primidon. Op grond van een reeks kenmerken hebben de auteurs een beslisboom opgesteld om na te gaan hoe groot de kans is dat gebruik van een bepaalde stof aanleiding kan geven tot het ontstaan van een acute porfyrie. Hierbij spelen beschikbare klinische gegevens maar ook preklinische gegevens zoals bepaalde endocrinologische werkingen (progestageen, androgeen), affiniteit voor CYP (met name CYP3A4 en CYP2C9), metabole belasting van de lever en het vermogen om ALAS1 te induceren een belangrijke rol. De beschikbare en voor vaststelling van de porfyrogeniciteit’ belangrijke gegevens hebben de auteurs verzameld en publiekelijk beschikbaar gemaakt (www.drugsporphyria. org). Indien een geneesmiddel met een betrekkelijk grote kans op porfyrie dringend nodig is bij een patiënt en niet door een ander geneesmiddel met minder kans op porfyrie kan worden vervangen, raden zij aan om na zorgvuldige afweging van de voordelen tegen de nadelen de patiënt het betreffende geneesmiddelen niet te onthouden alleen op grond van de porfyrogeniciteit. Zij hopen dat door de beschikbaarheid van de gegevens op de website het aantal vermijdbare gevallen van acute porfyrie zal afnemen.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Thema Bijwerkingen
Publicatie 1 mei 2008
Editie PiL - Jaargang 12 - editie 5 - Editie 5, 2008