Praktijkgerichte nascholing over farmacotherapie in de eerste lijn
Menu

Zonnebanken en huidkanker

Door op 16-09-2010

Er is steeds meer bewijs voor een verband tussen het gebruik van zonnebanken en het optreden van huidkanker. Bij gebruik van zonnebanken beneden de leeftijd van 35 jaar zou een verhoogd risico bestaan voor het ontstaan van melanomen. Ook verhoogt het gebruik van de zonnebank de kans op het krijgen van plaveiselcelkanker. In de VS maken ongeveer dertig miljoen mensen, onder wie 2,6 miljoen adolescenten, gebruik van een zonnebank en het percentage van de jongvolwassen bevolking dat dit doet is tussen 1988 en 2007 toegenomen van 1% tot 27%. De zonnebank heeft zich daarmee tot een groot commercieel succes ontwikkeld. De grote belangstelling voor de zonnebank wordt mede in de hand gewerkt door het toegenomen belang dat men hecht aan het uiterlijk. Daarnaast hebben de zonnebankproducenten het gebruik ervan gestimuleerd door onder de aandacht te brengen dat bruin worden niet alleen gepaard gaat met zich goed voelen maar dat het ook de aanmaak van vitamine D in de huid stimuleert.
Er zijn veel onderzoeken verricht naar de gunstige effecten van vitamine D met betrekking tot de botaanmaak maar ook met betrekking tot preventie van kanker en auto-immuunziekten. Met betrekking tot preventie van kanker hebben de verrichte onderzoeken grote beperkingen die niet tot een eensluidende conclusie hebben geleid. In de huid wordt vitamine D3 gevormd, een inerte precursor van vitamine D. Door voedingsstoffen en gebruik van orale vitamine D-supplementen wordt vitamine D2 opgenomen. Vitamine D3 en D2 zijn beide bouwstenen van vitamine D en zij leveren dus niet direct het hierboven geclaimde gunstige effect.
Daarnaast bestaat het grote misverstand dat UVA-straling die voornamelijk wordt gebruikt in zonnebanken niet zo gevaarlijk zou zijn voor de huid als blootstelling aan echte zonnestralen, waarin meer UVB-straling aanwezig is (waardoor meer directe beschadiging van DNA kan optreden, met een hoger risico op huidkanker tot gevolg). De straling van een zonnebank bevat wel degelijk UVB (0,1% tot zelfs 5%). Verder is het zo dat UVA-straling die in de huid wordt geabsorbeerd door chromoforen, door vorming van actieve zuurstofmetabolieten indirect ook aanleiding geeft tot DNA-schade en het verlies van p53, een tumorrepressorgen dat verantwoordelijk is voor DNA-herstel. Verlies van dit gen verhoogt de kans op het ontstaan van afwijkende celgroei en daarmee het ontstaan van kanker.
Het gebruik van een zonnebank mag dan aanleiding geven tot een zogenaamd gezonde bruine kleur en een beter subjectief gevoel, de andere geclaimde gunstige effecten verband houdende met de vitamine D-synthese in de huid en minder DNA-schade dan echte zonneblootstelling moeten met reserve bekeken worden. Gebruik van zonnebanken verhoogt wel degelijk het risico op de ontwikkeling van huidkanker. De WHO stelde dan ook voor in ieder geval het gebruik van zonnebanken onder de 18 jaar te verbieden. Men moet zich terdege van bewust zijn van de verhoogde kans op het krijgen van huidkanker door het gebruik van zonnebanken en ook door excessieve blootstelling aan natuurlijk zonlicht.

Belangenverstrengeling: niet vermeld.

Junkins-Hopkins JM. Tanning and skin cancer. J Am Acad Dermatol 2010:62:854-856.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Dr. P.L.B. Bruijnzeel
Thema Diversen
Publicatie 16 september 2010
Editie PiL - Jaargang 14 - editie 7 - Editie 7, 2010